De HBO-raad heeft de regeringswisseling aangegrepen om opnieuw te pleiten voor meer bekostigde hbo-masteropleidingen. Die worden node gemist in de strijd om meer hoogopgeleiden.
In Europa zou 30 procent van de hoogopgeleiden een opleiding op masterniveau volgen, tegen ongeveer 22 procent in Nederland. Dat verschil wordt volgens de hogescholen mede veroorzaakt door het beperkte aanbod van bekostigde beroepsgerichte masteropleidingen.
De behoefte aan vervolgonderwijs groeit, zeggen ze, want hbo-studenten komen steeds vaker terecht in functies waarvoor de kennis uit de bacheloropleiding ontoereikend is. Ze kiezen nu noodgedwongen voor wetenschappelijke masteropleidingen die vaak niet goed aansluiten en waarvoor ze een kostbaar schakeljaar moeten volgen.
De HBO-raad wijst Plasterk ook op de problemen die de hogescholen ervaren in hun strijd tegen studie-uitval. De grote diversiteit van de studentenpopulatie en de grote aantallen
‘eerstegeneratiestudenten’ – van wie de ouders geen hoger onderwijs hebben genoten – worden als mogelijke oorzaak aangedragen. Intensivering van de begeleiding moet leiden tot minder uitval, ‘maar dat kan niet vergezeld gaan van een daling van de overheidsbijdrage per student, zoals dat de laatste jaren heeft plaatsgevonden’.
Daarnaast willen de hogescholen afspraken over de strijd tegen de taal- en rekenachterstand van eerstejaars: die moeten op korte termijn worden aangepakt. [TdO/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?