Wie straks aan een buitenlandse opleiding studeert die achteraf onder de maat blijkt te zijn, behoudt zijn recht op Nederlandse studiefinanciering.
Dat schrijft minister Plasterk in een brief aan de Tweede Kamer. Die staat welwillend tegenover het plan om ook studenten die een buitenlandse opleiding volgen, studiefinanciering mee te geven. Wel bestaan er zorgen over de uitvoerbaarheid en de randvoorwaarden. Zo is voor de ChristenUnie niet duidelijk hoe de onderwijskwaliteit in verre buitenlanden wordt vastgesteld.
Plasterk maakt zich geen zorgen. Hij vertrouwt op de kwaliteitsmetingen in andere landen en de expertise van de Nuffic, de internationaliseringsorganisatie van het hoger onderwijs. Mocht bij nader inzien blijken dat een opleiding toch niet aan de Nederlandse kwaliteitseisen voldoet, dan heeft dat geen financiële gevolgen voor studenten die er al staan ingeschreven: zij kunnen hun opleiding met behoud van een beurs afronden. Studenten die desondanks aan zo’n opleiding willen beginnen, moeten zichzelf bedruipen.
‘Wereldwijd meeneembare’ studiefinanciering is een van de weinige wapenfeiten van ex-staatssecretaris Bruins. De kosten worden geraamd op 35 miljoen euro per jaar. Studenten die voor de regeling in aanmerking willen komen, moeten van de laatste zes jaar tenminste drie jaar in Nederland hebben gewoond. Als de Kamer akkoord gaat, kan de regeling al op 1 september van dit jaar in werking treden. [TdO/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?