HBO-raadvoorzitter Doekle Terpstra is blij dat minister Plasterk het hbo belangrijk vindt en dat hij meer hbo-masteropleidingen wil bekostigen. Hoeveel geld hij ervoor wil vrijmaken, is nog niet duidelijk.
Plasterk sprak het hbo gisteren toe op het jaarcongres van de HBO-raad in Amsterdam. Daar bevestigde de minister wat hij ‘s middags al in de Tweede Kamer had gezegd: er komt meer ruimte voor bekostigde hbo-masters. Plasterk hield een slag om de arm over de voorwaarden waaraan zo’n opleiding moet voldoen, maar dat kon Terpstra niet deren. ‘De minister pakt de kern van onze agenda en daar ben ik heel erg blij mee. De exacte invulling volgt’, zei hij in een eerste reactie.
Vaststaat dat het ministerie van OCW niet elke hbo-master wil financieren. ‘Er moet vraag naar zijn en het moet duidelijk zijn dat zo’n opleiding het zonder bekostiging door bedrijfsleven of overheid niet redt.’ Bovendien moet worden voorkomen dat het bachelordiploma in aanzien daalt.
De hbo-masters zijn altijd een twistpunt geweest tussen hogescholen en ministerie. De VVD-bewindslieden die tussen 1998 en 2007 aan het roer van het hoger onderwijs stonden, wilden er eigenlijk weinig van weten: gesubsidieerde masters bleven voorbehouden aan de universiteiten, enkele zorg-, leraren- en kunstopleidingen daargelaten. Maar de sociaaldemocraat Plasterk denkt daar anders over. Hij ziet in de ‘professional masters’ een instrument om meer mensen zo hoog mogelijk op te leiden.
Eerder die dag had Terpstra zijn zorgen geuit over Plasterk: de minister zou vooral geïnteresseerd zijn in wetenschappelijk onderwijs en toponderzoek. Hij zou het hbo wel eens over het hoofd kunnen zien, schreef hij op de opiniepagina van de Volkskrant. Plasterk stelde hem in zijn toespraak gerust: ‘Het hbo is de grootste partij in het hoger onderwijs. U bent mijn belangrijkste agenda voor de komende jaren.’
Maar de bewindsman had ook kritiek. Hij vindt dat de kwaliteit van het onderwijs in het hbo omhoog moet. Verhalen dat maar twintig procent van het geld voor hogescholen opgaat aan onderwijs noemde hij onzinnig. ‘Toch komen de klachten over het hbo niet zomaar uit de lucht vallen.’
De kamerleden had hij ’s middags laten weten dat hij het tijdens zijn bezoeken aan hogescholen zeer opvallend had gevonden dat dertig procent van de studenten die hij had ontmoet zich onvoldoende uitgedaagd weet. ‘Let wel, het waren geen middelbare scholieren, maar studenten in het hoger onderwijs, die een opleiding hebben gekozen in hun eigen interessegebied.’
Ook benadrukte hij dat hogescholen studenten meer gelegenheid moeten geven om hun eventuele klachten te uiten. ‘Ik wil daarover met het hbo in gesprek.’ [TdO/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?