Het rekenniveau van basisschoolleerlingen en Pabo-studenten daalt maar is niet zo slecht als de laatste tijd gezegd is, vindt Pabodocent Jos van den Bergh.
Daarmee haakt hij aan bij pedagoog en publicist Ronald Keijzer, mede-organisator van de grote rekendag die gisteren gehouden werd op de Universiteit Utrecht.
Ronald Keijzer zei onlangs dat het wel meevalt met het rekenniveau op basisscholen en Pabo’s. Klopt dat?
‘Dit soort uitspraken worden meestal gedaan om de uitkomsten van internationale onderzoeken te relativeren. Aan de validiteit van dit soort onderzoeken valt vaak te tornen, omdat de testen die gebruikt worden moeilijk toepasbaar zijn op verschillende landen. Zo kun je een contextsom, in de volksmond verhaaltjessom, waarin met euro’s gerekend wordt niet aan kinderen in India geven. Ze hebben geen idee wat dat zijn. Daarnaast vullen Oost-Europese kinderen tijdens de rekenles alleen maar lange rijtjes droge rekensommen in. Die zijn contextsommen niet gewend en scoren dus slecht in dat deel van een internationaal onderzoek. Tot slot ligt het niveau van verschillende landen vaak dicht bij elkaar. Scoor je als land een fractie lager, dan kun je veel plaatsen op een ranglijst verliezen.’
Dus op de Pabo en de basisschool wordt nog net zo goed als vroeger gerekend?
‘We rekenen iets minder goed en dat is niet zo gek. Vroeger probeerde de leerling de gedachtengang van de leraar te volgen en wie dat niet kon had pech. Tegenwoordig is het juist andersom. De leerkracht moet erachter komen hoe elk van zijn leerlingen denkt en daarmee zo omgaan, dat ook zwakke leerlingen leren rekenen. Dat vakmanschap leer je niet uit een boekje maar tijdens lessen, contacturen. Willen we goede leerkrachten blijven opleiden en goed rekenonderwijs behouden op basisscholen, dan is de ondergrens van het aantal contacturen bereikt.
Vergeet niet, dat als wij leerkrachten opleiden die minder goed kunnen rekenen, dit doorwerkt in het rekenniveau van de kinderen aan wie ze les geven. Om niveaudaling om te keren is dus ook extra veel werk nodig.’
Is het erg dat we minder goed rekenen, nu er zoveel met de computer gebeurt?
‘Er zijn minder banen waarin goed hoofdrekenen vereist is, nu computers dat doen. En een staartdeling maken is minder belangrijk, omdat je daarvoor tegenwoordig een rekenmachine hebt. Dat betekent natuurlijk niet dat een kind niet meer moet leren rekenen.
Tegenwoordig is het erg belangrijk dat een kind kan uitleggen hoe hij tot zijn antwoord komt. Hij moet laten zien dat hij inzicht heeft en dat uitleggen. Daarom is het juist goed dat de beste rekenaars voor een bètastudie kiezen en niet voor de Pabo. Wie zelf moeite heeft gehad met rekenen, snapt de problemen van een kind dat leert rekenen ook beter.’ [RS]
Punt. Of had jij nog wat?