In 2004 en 2005 was 9,8 procent van de niet-westerse allochtone afgestudeerden op zoek naar werk. De gemiddelde werkloosheid onder startende academici was veel lager: 4,6 procent.
Dat blijkt uit de vandaag verschenen WO-monitor, die het Maastrichtse Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) in opdracht van de VSNU maakte.
Van de circa 20 duizend geënquêteerde alumni is een kleine vijfhonderd niet-westers allochtoon. Anderhalf jaar na afstuderen waren zij ruim twee keer zo vaak werkloos als autochtonen. In de sectoren gedrag & maatschappij, recht en techniek zijn de verschillen het grootst, bij gezondheidszorg en taal & cultuur het kleinst.
Net als eerder het Sociaal en Cultureel Planbureau stelt onderzoeker Jim Allen van het ROA dat niet-westerse allochtonen onevenredig veel last hebben van conjunctuurschommelingen. ‘Als het goed gaat profiteren ze mee, als het slecht gaat hebben zij eerder last. Naar de reden kunnen we alleen maar gissen.’
Het is voor het eerst dat er zo’n groot onderzoek is verricht naar de arbeidsmarktpositie van allochtone academici.
De werkloosheid onder pas afgestudeerden was eind 2005 een half procentpunt lager dan in 2003. De verbeterde economische conjunctuur had zich toen nog niet vertaald in een gemiddeld hoger bruto uurloon. Het aandeel vaste aanstellingen en banen op minimaal wo-niveau daalde zelfs nog licht. [HC/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?