Ze deed haar afstudeeronderzoek onder meer naar de behoefte aan een website voor en door Waalwijkse jongeren en hield er een vaste baan bij de gemeente aan over. Maar hoe meer ze over jongerensites weet, hoe minder zeker ze weet dat Waalwijkse jongeren er een nodig hebben.
Esther Raaijmaakers, die vandaag haar diploma voor de opleiding Communication & Multimedia Design in Breda krijgt, onderzocht of de communicatie van de gemeente veranderd is door de komst van digitale media. Daar vloeide een onderzoek naar het nut van een jongerensite uit voort. Zo’n site bestond eigenlijk al en Raaijmaakers was er medewerker. ‘Die site was een beetje doodgebloed omdat we nauwelijks informatie van Waalwijkse organisaties kregen om erop te zetten. Dan komen er weinig bezoekers.’
Toen de onderzoeken af waren, kreeg ze bij de communicatieafdeling van de gemeente een vaste baan. Haar eerste klus: de gegevens van haar onderzoek naar de jongerensite analyseren en een antwoord geven op de vraag of zo’n website eigenlijk wel nodig is. ‘En dan vooral welk format je nodig hebt om een goedlopende site op te zetten.’
Hoe zo’n site eruit moet zien, weet Raaijmaakers inmiddels. Hij moet vooral gaan over uitgaan en wat er allemaal te doen is in de gemeente. Daarbij is vooral input nodig van de jongeren zelf en de organisaties waar ze veel mee te maken hebben.
Maar of er überhaupt een site moet komen, betwijfelt de oud-studente van Avans. ‘Tachtig tot negentig procent van de ondervraagde jongeren zegt een site te zullen bezoeken. Maar bij andere gemeentes lijkt vaak helemaal geen animo voor een speciale jongerensite. Dat heeft me aan het twijfelen gebracht.’
Een ander probleem is de diversiteit van de jongeren in de Waalwijkse gemeente, waar naast Waalwijk ook de dorpen Waspik en Sprang-Capelle bij horen. ‘Niet alleen het begrip “jongere” is heel breed. Er vallen verschillende leeftijdscategorieën onder met uiteenlopende behoeften. Bovendien denken de jongeren vooral binnen hun kern Waalwijk, Waspik of Sprang-Capelle. Soms zijn ze zelfs vijandig naar de andere kernen. Dat is lastig op één site samen te brengen.’
Dat betekent niet dat een jongerensite per definitie niet levensvatbaar is. ‘Misschien moet je wel een site opzetten, maar dan voor een beperkte doelgroep. Die bedient misschien niet iedereen, maar heeft dan wel meer kans van slagen.’ Het advies aan de gemeente komt in augustus dit jaar uit, maar wat ze precies gaat schrijven weet Raaijmaakers nog niet. [RS]
Punt. Of had jij nog wat?