Nieuwe hbo-docenten kwamen in 2006 veel minder vaak uit het bedrijfsleven dan voorheen. Eén op de vijf is tegenwoordig van een andere hogeschool afkomstig.
Dat staat in een rapport over de arbeidsmarkt voor hbo-personeel. De Stichting Mobiliteitsfonds hbo, waarin vakbonden en werkgevers samenwerken, heeft de in- en uitstroom van hbo-werknemers in kaart gebracht.
De staafdiagrammen laten een heuse kentering zien. In het jaar 2003 kwam bijna de helft van de nieuwe hbo-docenten uit het bedrijfsleven, terwijl hooguit één op de tien uit het onderwijs kwam. Vorig jaar kwam nog maar een kwart van de nieuwe docenten uit het bedrijfsleven. De onderwijssector neemt nu 46 procent voor zijn rekening.
Alarmerende cijfers, want de hogescholen hebben te kampen met vergrijzing. Meer dan een derde van het personeel moet de komende jaren worden vervangen. ‘Zwaar weer op komst’ is dan ook de titel van het onderzoeksrapport.
Overigens geldt het omgekeerde ook: docenten die een andere baan nemen, blijven opeens veel vaker in het onderwijs dan voorheen. Bijna de helft stapt over naar een andere hogeschool. Ongeveer een kwart verkast naar het voortgezet onderwijs. Het onderwijs blijft kennelijk aantrekkelijk, concluderen de onderzoekers. Dat zou met de gunstige arbeidsvoorwaarden te maken kunnen hebben.
Het rapport noemt de aantrekkende economie als oorzaak van de omslag. Het ligt niet voor de hand om het bedrijfsleven te verlaten als je daar veel verdient. Maar waar kan het hbo dan nieuwe docenten opsporen?
Misschien kunnen de onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven elkaar helpen, suggereren de onderzoekers. Als ‘praktijkmensen’ ook een paar uur per week lesgeven, leren studenten het bedrijfsleven beter kennen, wat ook voor de werkgevers prettig is. Daarnaast zijn er bij het arbeidsbureau nog werkzoekende docenten te vinden die alleen een cursus nodig hebben om weer aan de slag te kunnen. [BB/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?