Bij de invoering van het competentiegerichte onderwijs heeft het hbo te veel vertrouwd op de zelfstandig lerende student. Er is meer begeleiding en kennisoverdracht nodig.
Dat was een van de antwoorden op de vraag die HBO-raadvoorzitter Terpstra zich deze zomer tijdens een mooie wandeling stelde: hoe gaat het met het hbo? Ze vormden de kern van de toespraak die hij gisteren afstak bij de opening van het hogeschooljaar in Amsterdam.
De golf van kritiek die vorig jaar neerdaalde op het onderwijs, verwerd in zijn ogen ’tot een zichzelf bevestigend rondzingen van simplistische beelden en opvattingen. Soms lijkt het alsof er niets meer goed gaat’, en dat is volgens Terpstra zeker niet het geval.
Toch vindt ook hij dat het hbo hier en daar steken laat vallen. Bij het competentiegerichte leren, dat in de jaren negentig op uitdrukkelijk verzoek van de werkgevers werd ingevoerd, is de balans soms te ver doorgeschoten naar het aanleren van vaardigheden, ten koste van kennisoverdracht. Dat vraagt volgens hem om het zoeken naar nieuw evenwicht.
Vooral in het begin van de opleiding moeten studenten voldoende lesuren hebben en een flinke dosis theorie meekrijgen. Bovendien moet vaker schriftelijk getoetst worden of die kennis wel blijft hangen.
Frontale kennisoverdracht blijft volgens Terpstra een kerntaak van hbo-docenten, van wie de meesten straks minimaal een mastergraad moeten hebben. Daardoor zijn ze beter in staat de hbo-studenten net dat beetje extra ‘Bildung’ mee te geven waardoor zij later als ‘cultuurdrager’ hun rol in de maatschappij en op de arbeidsmarkt kunnen vervullen.
In alle drukte hebben hogescholen soms te weinig oog voor ‘kleine kwaliteit’. Roosters kloppen te vaak niet, lessen vallen uit, de cijferadministratie deugt niet. ‘Ook hier ligt een schone taak’, meent Terpstra.
Zorgwekkend ten slotte, vindt hij het dat Nederlandse hbo-studenten het minste aantal uren per week aan hun studie besteden en het minst hun best doen om een hoog cijfer te halen. Hogescholen kunnen hun studenten wellicht meer uitdagen, maar tegelijkertijd vraagt hij zich af of studenten wel voldoende uit zichzelf halen. ‘Valt een hbo-studie eigenlijk wel te combineren met één of twee bijbaantjes en meerdere avonden per week uitgaan?’ [HC/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?