‘We gaan volgend jaar met driehonderd docenten van start, op twintig plekken in Nederland’, zegt medeoprichter Bert Molenkamp. Als voorzitter van Aramantis Onderwijsgroep, met onderwijsinstellingen in Utrecht en Noord-Holland, kent hij het aanbod van hogescholen en universiteiten goed. ‘De bestaande eerstegraads opleidingen houden te veel vast aan hun eigen curriculum, en die zijn niet direct gericht op mensen die al jaren in de praktijk werkzaam zijn. Het Dutch Teachers College (DTC) kan beter op hun vraag inspringen.’
Het voortgezet onderwijs en het mbo mogen dan de regie nemen over de masters voor hun docenten, het zijn de bestaande hogescholen en universiteiten die de pakketten moeten aanbieden. Die kunnen een offerte maken waarin ze het DTC laten weten hoeveel het programma via hun faculteit kost.
Berichten dat een DTC-master per deelnemer 25 duizend euro moet gaan kosten, zijn volgens Molenkamp gebaseerd op nattevingerwerk. ‘We weten het gewoon nog niet. Voorlopig hebben we voor de programma’s van volgend jaar 800 duizend euro bijeengebracht. Maar er werken bijna veertigduizend docenten in het mbo en het voortgezet onderwijs. Als we die allemaal aan een master willen helpen, hebben we veel meer geld nodig.’
Een deel van dat geld kunnen de onderwijsinstellingen zelf opbrengen, denkt Molenkamp. ‘Maar die hebben een beperkt budget. Wellicht dat er vanuit het bedrijfsleven een fonds kan worden opgezet, of dat het ministerie van OCW bijspringt. Want het is natuurlijk geen toeval dat we naar buiten treden in de week dat het rapport van Rinnooy Kan verschijnt over de versterking van de positie van de docent.’
Verschillende universiteiten en hogescholen hebben in een eerdere fase al aangegeven te willen meedoen aan het project, waaronder de Universiteit Utrecht en Fontys Hogescholen. Verder zijn de Universiteit Twente en Hogeschool Inholland indirect betrokken bij de oprichting van het DTC, via hoogleraar Hubert Coonen en lector Leo Lenssen. [TdO/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?