Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek ligt het bruto binnenlands product in juli en augustus 3,5 procent lager dan in andere maanden: een ‘zomerdipje’ van vier miljard euro. Bij die cijfers zijn de inkomsten uit de toeristenindustrie meegenomen.
Arjo Klamer, hoogleraar economie van kunst en cultuur aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit komt in een gesprek met tijdschrift Intermediair nog hoger uit, zij het over alle vakanties. Hij schat de schade op tachtig miljard euro. Volgens hem geven we 7 procent van ons inkomen uit aan vakantie en kunnen we in die tijd niets verdienen, waardoor het effect dubbel is. Over mensen die langzaam op gang komen en de kosten van vakantiedepressies heeft hij het dan nog niet gehad.
Klamer hoort bij de mensen die Nederland liever massaal op vakantie ziet gaan. Dan is het wel druk op de wegen naar het zuiden en de campings, maar dan kan iedereen voor- en nadien wel zijn werk doen. Door afwezigheid van hun collega’s schieten achterblijvers, die de post sorteren en bellende klanten afpoeieren, ook minder snel op met hun werk.
De Tilburgse hoogleraar Lans Bovenberg heeft een positiever beeld van vakantie. Het is de periode van onderhoud aan het sociaal kapitaal dat mensen in een organisatie vormen. ‘Vrije tijd brengt balans en haalt de focus weg van het werk. Mensen kunnen aan relaties werken, dat is vaak hard nodig’, zegt hij.
Bovenberg ziet meer in nog verdere spreiding van vakanties. De eerste school al in juni dicht en de laatste pas eind september weer laten beginnen. Vanuit die gedachte pleit Bovenberg ook voor doorwerken op zondag. ‘Als je een bepaalde productie wilt draaien, kun je dat beter over een heel jaar verspreiden dan een periode helemaal sluiten. Je hebt dan minder grote fabrieken nodig en kunt toe met kleinere kantoren, omdat je met minder mensen tegelijk werkt.’ [RS]
Punt. Of had jij nog wat?