De AMR schreef gisteren een boze brief aan de Raad van Bestuur van Avans. De medezeggenschap baalt ervan niet gehoord te zijn in het voornemen om de Bredase deeltijdopleiding Management in de Zorg (MIZ) te verhuizen van de Academie voor Gezondheidszorg naar de Academie voor Deeltijd.
In de brief wordt gerefereerd aan hoe het gaat met de oplossingen voor problemen bij de Academie voor ICT en Media, die bijna een miljoen schuld zou hebben. Ook bij besluitvorming hierover voelt de AMR zich buitengesloten. Bovendien vindt de AMR dat het lijkt alsof het Avansbestuur ad hoc beslissingen neemt die niet onderbouwd worden door gedegen onderzoek.
Van Kalmthout laat in een reactie weten dat het om verschillende soorten zaken gaat. Ook weerlegt hij de beschuldiging dat besluiten ad hoc genomen worden.
‘Dat een opleiding van academie wisselt, is iets tussen academiedirecteuren en wordt besproken in de academieraden van deze academies. Al in juni was er het plan om MIZ te verhuizen. Wij hebben de directeuren de opdracht gegeven dit idee verder uit werken. Daarop wachten wij nog, voordat wij een besluit nemen. Het is eerder gebeurd dat een opleiding naar een andere academie ging, bijvoorbeeld Chemie, daar heeft de AMR nooit iets over gezegd, omdat zij daar ook niet over gaan’, meent de bestuurder.
Ook in het geval van de perikelen rond de AIM vindt Van Kalmthout dat de beschuldigingen die in de brief geuit worden, niet terecht zijn. ‘Wij hebben buitengewoon goed doordacht hoe we dat gaan aanpakken. We hebben zorgvuldig een onderzoeksopdracht voor een extern bureau geformuleerd, die vandaag met de AMR wordt besproken. Dat de academie moet opsplitsen is een uiterste mogelijkheid die wij hebben voorgesteld maar waarvan wij ook meteen hebben gezegd dat dit onderzocht moet worden.’
Het is volgens Van Kalmthout logisch dat de Raad van Bestuur ingrijpt als het fout dreigt te gaan met een academie. Hij vindt zijn aanpak juist. ‘De AIM staat al heel lang negatief, langer dan andere opleidingen. Het is onze verantwoordelijkheid in te grijpen.’
De bestuurder betreurt het dat de AMR deze brief op ‘veel te hoge toon’ heeft gestuurd. ‘Het is niet mijn intentie om de medezeggenschapsraad te bruuskeren. Het is belangrijk dat we zorgvuldig met elkaar omgaan, maar het is ook niet handig als de AMR zaken met elkaar verbindt, die niks met elkaar te maken hebben.’ [PM]
Punt. Of had jij nog wat?