‘Hoe kom je tot effectievere gedragsinterventies bij ernstig delinquente jongeren?’ was de centrale vraag van de rede van Rovers. De lector zoomde daarbij in op de rol van het belief effect. Dat is te vergelijken met het placebo-effect uit de medische wereld. Als een patiënt denkt dat een behandeling werkt, dan is dat meestal ook zo. Rovers noemde in zijn rede het voorbeeld van een pacemaker die niet wordt aangezet, terwijl de patiënt denkt van wel. Een paar maanden later is toch een verbetering in de gezondheid te zien.
Als er een leuk project met jongeren wordt opgestart en het werkt, dan wordt het vaak elders overgenomen. Na onderzoek blijkt dat de methode ergens anders niet werkt. Conclusie is dat succesvolle projecten niet één op één over te nemen zijn. ‘Bij verspreiding gaat de werkzame stof eruit’, zegt Rovers. Een project heeft dus alleen succes als mensen geloven dat het succes zal hebben.
Er is ook sprake van negatieve belief effecten. Als een jongere een delict gepleegd heeft, wordt hij gestraft. Als hij zijn probleem niet erkent, geen zin heeft in de behandeling en zijn behandelaar niet erkent, dan werkt de behandeling ook niet. Iemand helpen die niet wil, heeft dus geen zin.
Rovers wil dat er binnen justitiële interventies meer aandacht komt voor het belief effect. Ook moet er meer gekeken worden naar de sociale professionals die werken met risicojongeren. Die werken op het raakvlak van de sociale en de jusitiële sector en zijn volgens Rovers een vergeten groep. Ze moeten juist ondersteund worden, omdat ze werken met een moeilijke doelgroep en de belangrijkste ‘toegangspoort’ zijn tot risicojongeren. De lector ziet daarin een rol voor het lectoraat.
Ook Hans Moors, lector Integrale Veiligheid, sprak vrijdag zijn lectorale rede uit: ‘De geschiedenis van veiligheid: over bestuurlijke amnesie en het geheugen van beleid’. Moors vindt dat bij beleidsmakers en crimewatchers het historisch perspectief ontbreekt en vindt dat een gemis. Hij noemde de islamofobie als voorbeeld hiervan. Er is een gebrek aan historische analyse, daardoor worden debatten ad-hoc en ongenuanceerd gevoerd, meent Moors. ‘Tijdens de koloniale periode, toen Nederland het huidige Indonesië overheerste, zagen we in Nederland al de gevaren van de islam. We zijn bang voor moslims en moslimorganisaties. In debatten over veiligheid laten we ons leiden door angst in plaats van risico’s.’ [SW]
Punt. Of had jij nog wat?