Omdat er niet genoeg stageplaatsen beschikbaar waren voor alle studenten konden zij maar veertig uur stage lopen. De overige uren werden gevuld met het afnemen van vijftig interviews. Volgens de twaalf voltijd en vier deeltijd studenten is dit geen gelijkwaardige vervanging voor de stages. Zij willen dat het aantal interviews wordt verminderd en dat ze als vervanging meer theoriecollege krijgen, zo vertelden zij aan het College van Beroep (CvB), de onafhankelijke rechtbank van Avans.
Volgens de examencommissie zijn de interviews niet hetzelfde als de stages maar een goed alternatief. ‘Natuurlijk is het afnemen van interviews niet hetzelfde als een stage. Allebei zijn ze waardevol. Dit was het beste dat we kunnen doen’, aldus de voorzitter van de examencommissie.
Pas in oktober werd de studenten verteld dat ze geen volledige stage konden volgen en dat ze een vervangende opdracht moesten doen. ‘Van september tot oktober was het wijziging op wijziging. Onzekerheid op onzekerheid.’ Omdat het lesprogramma werd veranderd toen de Onderwijs- en Examen Regeling (OER) al bekend was vinden de studenten dat de wijzigingen niet hadden mogen plaatsvinden.
Ondanks overleg tussen studenten en examencommissie werd er onderling geen oplossing gevonden. Daarom verscheen de zaak gisteren voor het CvB.
Het College gaf gisteren aan dat het beter is als de partijen onderling een oplossing vinden. ‘De vraag is of wij om de OER heen kunnen. Want als iémand zich daar aan moet houden is het de opleiding wel.’ De strijdende partijen besloten daarom om nog één keer rond de tafel te gaan zitten. Als er geen acceptabele oplossing wordt gevonden, doet het college alsnog binnen een week uitspraak. [TS]
Punt. Of had jij nog wat?