Ook werd ‘het gebrek’ aan computers en werkplekken veelal genoemd als ergernis. ‘Een klassieker’, zegt Harry Koopman, voorzitter van de Raad van Bestuur. ‘Tussen 10.00 en 14.00 uur is het gebouw vol. Buiten deze tijden is er voldoende plek om te werken. Heel veel ruimte staat het grootste deel van de tijd leeg. Studenten moeten begrijpen dat we voor die spitsuren geen groter gebouw gaan neerzetten. Dat is niet rendabel. Als je weet dat het op bepaalde uren druk is, moet je een andere planning maken. In Tilburg voerden studenten actie voor meer werkplekken. Dat was terecht, daar hebben we inmiddels wat aan gedaan.’
De afgelopen maanden heeft de Raad van Bestuurvan Avans meer dan veertig gesprekken gevoerd. Met directies en medewerkers van alle academies, maar ook met studenten. Het is de derde keer dat bestuursleden op deze manier contact houden met het onderwijs en de (on)tevredenheid peilen.
De klacht over de ‘geringe’ aanwezigheid van werkplekken mag dan wel niet worden aangepakt, de andere ergernissen moeten wel verdwijnen. Zo moeten de roosters veel ‘voorspelbaarder’ worden, vindt Koopman. ‘Wanneer er veranderingen in het rooster zijn, moeten die ruim van te voren bekend worden gemaakt.’
Een ander punt dat vaak aan de orde kwam tijdens de gesprekken, waren de stages. ‘De studenten zijn daar niet tevreden over. De voorbereiding en de begeleiding vanuit de opleidingen kunnen veel beter, zo ervaren de studenten. Dat wil niet zeggen dat de stages werkelijk slecht zijn. Studenten weten alleen niet wat van ze verwacht wordt. Daarover moet duidelijkheid komen. Al kan het een onaangename verrassing zijn als ze weten dat ze veel zelf moeten regelen.’
Onvrede werd ook geuit over docenten, die vaak niet op één lijn zitten. ‘Dat blijkt meestal tijdens de beoordeling, zeiden de studenten. Van de ene docent horen ze dat het zus moet en tijdens de beoordeling zegt een andere docent dat het helemaal niet goed is. Het verrast ons dat er meerdere werkelijkheden zijn. Kennelijk zijn docenten niet op de hoogte van de onderlinge verschillen. Het is een gebrek aan coördinatie. Dat kan niet.’
Een ander punt dat genoemd werd, is dat buitenlandse studenten ‘vreselijk veel tijd kwijt zijn met het regelen van allerlei praktische zaken, zoals huisvesting en het regelen van een bankpasje. Dat is jammer, want hoe meer tijd ze daaraan besteden, hoe minder tijd ze over houden voor hun studie. Dat moet anders kunnen. In een experiment gaan we uittesten hoe praktische zaken makkelijker geregeld kunnen worden.’
Tijdens de gesprekken met docenten kwam naar voren dat veel praktische zaken, zoals het halen en terugbrengen van een beamer met veel bureaucratische rompslomp gepaard gaat. ‘Dat wordt ook door de Diensteenheid ICT en Facilitaire Dienst zo ervaren. In de nieuwe gebouwen komen er meer beamers permanent in lokalen.’
Ook gaven docenten aan behoefte te hebben aan een stage. ‘Dat wordt al jarenlang geroepen, maar mensen vinden het moeilijk dit te organiseren. Er zijn veel belemmeringen, want een docent kan dan drie of zes maanden geen les geven. Er komt een experiment. De belemmeringen worden in beeld gebracht en daarvoor worden oplossingen gezocht.’ [CB]
Punt. Of had jij nog wat?