Het blijken studenten van de Academie voor Algemeen en Financieel Management (AAFM) te zijn en ze zitten niet te niksen. ‘Zo’n 250 studenten uit blok twee bootsen een bedrijfskolom na. Waarin uiteindelijk drie typen motoren, van K’Nex, worden verhandeld’, legt René Theunis, coördinator propedeuse AAFM uit vanachter zijn tafel met daarop een grote doos monopoliegeld.
Theunis: ‘Het productieproces bestaat uit verschillende categorieën. Elk groepje neemt een categorie voor haar rekening en begint met 50.000 euro aan (nep)geld. Sommige groepjes kopen de grondstoffen en maken daar onderdelen van, die verkopen ze weer aan een ander groepje dat de motoren fabriceert, vervolgens kopen de dealers de motoren van hen op en die verkopen ze uiteindelijk weer aan de consument.’
Deze zesde editie is de afsluiting van het tweede blok binnen AAFM dat het thema processen binnen een onderneming heeft. Theunis: ‘Het is de bedoeling dat de eerstejaars een beeld krijgen van hoe een productieproces in elkaar steekt en dat ze zo een keuze kunnen maken voor hun uiteindelijke studierichting. Sommigen zullen boekhouding kiezen en weer anderen houden zich liever bezig met organisatie, inkoop, verkoop of handelen.’
De K’Nex week bevat naast een leer- ook een spelelement. De groepjes die binnen de drie categorieën (inkoop, fabrikant en dealer) de hoogste winstmarge behalen, krijgen een extra punt voor dit project. Theunis: ‘Soms gaat een groepje failliet. Dan sturen we die mensen niet naar huis uiteraard, maar die krijgen gewoon geen extra punten.’
Net als in het echt, gaat handel drijven er niet altijd even netjes aan toe. Daarvoor is er een rijdende rechter aanwezig. Theunis: ‘We leren studenten dat het beter is om cash af te rekenen wanneer er transacties worden gedaan. Toch gebeurt er veel op mondelinge afspraak. Als dan de dag erna de fabrikant ineens met een veel lager bedrag komt aanzetten dan de dealer beloofd was, dan is het aan de rechter om te beslissen wie er in het gelijk wordt gesteld. Van echte corruptie is hier verder geen sprake.’
Het groepje vooraan in de hal koopt grondstoffen en maakt daarvan zadels en rugleuningen. Bas Daamen, eerstejaars: ‘Ik vind het erg leerzaam. Je leert hoe je zo goedkoop mogelijk aan grondstoffen komt en hoe je uiteindelijk je onderdelen met zoveel mogelijk winst verkoopt en het is weer eens wat anders dan colleges volgen.’
De K’Nexweek duurt nog tot vrijdag 18 januari.[RS]
Punt. Of had jij nog wat?