Het onderwijs moet de ruimte krijgen, adviseerden Dijsselbloem en de zijnen vorige week. Maar dat geldt niet voor de hbo-lerarenopleidingen. Die moeten ‘in afwijking van wat in het hoger onderwijs gebruikelijk is, door de overheid vastgestelde curricula en examenprogramma’s krijgen’. Immers: ‘Voor de kwaliteit van het onderwijs is de kwaliteit van de lerarenopleidingen cruciaal. De commissie beveelt daarom aan dat de overheid heldere onderwijsdoelen (vakinhoud en didactiek) en centrale examinering op lerarenopleidingen invoert.’
Hubert Coonen, voorzitter van het Landelijk Platform voor de Beroepen in het Onderwijs en hoogleraar onderwijskunde aan de Universiteit Twente, vindt de aanbevelingen van de commissie Dijsselbloem over de lerarenopleidingen ‘op zich niet verwerpelijk’. Coonen: ‘Geef de instellingen de kans en het vertrouwen om zelf de kennisbasis en toetsing te regelen. Maar als ze er vervolgens niks van bakken, komt de weg vrij voor een extern landelijk eindexamen.’
‘Een verstandige gedachte’, zegt ook Adrie van der Rest, directeur van de Onderwijsraad, over de aanbeveling van de commissie Dijsselbloem. ‘De overheid is tenslotte verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en de lerarenopleidingen zijn daarvan een belangrijke pijler.’ Maar de adviezen zijn ‘niet een, twee, drie gerealiseerd’, verwacht hij.
Een rondje langs de lerarenopleidingen in het hbo maakt duidelijk dat ‘het veld’ bepaald niet zit te wachten op overheidsingrijpen. Jack Vogels bijvoorbeeld, directeur van de Faculteit Educatie van de Hogeschool Nijmegen en Arnhem (HAN), houdt niet zo van opgelegde curricula en examens. Hij verwijst liever naar het in 2006 gestarte project Kennisbasis. Daarin leggen de lerarenopleidingen voor voortgezet onderwijs samen vast wat hun afgestudeerden minimaal moeten weten en ontwerpen ze daar ook de kennistoetsen bij. ‘Maar ze behouden wel een bepaalde mate van vrijheid.’
Ook collega-directeur Jacques van Meegen van het Instituut voor Leraar en School van de HAN, vindt dat de minister vertrouwen moet hebben in de opleidingen. ‘Dwingend opleggen valt niet goed. Maar ik denk niet dat het die kant opgaat. De kennisbasis zoals we die als opleidingen nu ontwikkelen biedt voldoende garantie voor kwaliteit. Als we op deze weg voortgaan zal de roep om een centraal schriftelijk examen snel van tafel zal zijn.’
Ans Buys, directeur van de Fontys lerarenopleidingen in Tilburg en voorzitter van het directeurenoverleg van de educatieve faculteiten (ADEF), is niet bang voor de hete adem van de overheid. ‘Vanwege de kritiek op het kennisniveau van de afgestudeerde tweedegraads leraren hebben we zelf het initiatief genomen voor het project Kennisbasis. Het is prima dat de overheid hier kritisch naar kijkt. Zeg maar op welke punten het beter kan, dan zullen we dat bijstellen. Maar de overheid moet zich niet bemoeien met hoe wij onderwijs geven; dat kunnen we zelf wel.’
Geri Bonhof, collegevoorzitter van de Hogeschool Utrecht en vice-voorzitter van de HBO-raad, vindt dat de lerarenopleidingen de eindtermen en het niveau zelf moeten bepalen, in samenwerking met de afnemende scholen. ‘Het ministerie van OCW bekrachtigt en bewaakt dat, maar is niet in staat om te bepalen hoe het curriculum van bijvoorbeeld de lerarenopleidingen aardrijkskunde er uit moet zien’, stelt zij. ‘Met de kennisbasis en de gemeenschappelijke toetsen voldoen we volgens mij aan de eis van de commissie-Dijsselbloem.’ [GR/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?