Haar scriptie gaat over kinderen die sterven tussen de 28e week van de zwangerschap en de achtste dag na de geboorte. Ze deed kwalitatief onderzoek naar de verpleegkundige zorg bij vijf moeders die hun kind hadden verloren. ‘Uit hun ervaringen maakte ik op wat er goed was aan de zorg en wat anders of beter kan’, vertelt Simmelink.
Ze had nooit verwacht de nominatie in de wacht te slepen, maar volgens haar komt het door het onderwerp. ‘De combinatie van geboorte en dood spreekt veel mensen aan. Het onderwerp wordt niet doodgezwegen, maar er rust nog wel een taboe op.’ Ze koos voor het onderwerp, omdat een vriendin van haar een jaar eerder een jong kindje had verloren. ‘Ze vertelde over de zorg die ze kreeg en toen was mijn interesse gewekt’, zegt de oud-student, die inmiddels doorstudeert voor verloskundige.
Wat in de scriptie sterk naar voren komt, is dat de nazorg te wensen over laat. ‘Mensen komen thuis en worden alleen gelaten. Ze kunnen nog wel kraamzorg krijgen, maar dat weten ze niet. En bij de gynaecoloog zitten ze weer tussen de zwangere vrouwen.’ Eén van de belangrijkste aanbevelingen is ook dat er meer onderzoek nodig is naar het onderwerp. ‘Ik ben in de scriptie ook kritisch naar mezelf, ik geef aan wat er beter kan bij een volgend onderzoek’, zegt Simmelink.
De uitreiking van de prijs is op 14 maart tijdens de landelijke hbo-v studiedag in Utrecht. ‘Ik hoef niet eens meer te winnen, dit is al helemaal geweldig.’ [EvG]
Punt. Of had jij nog wat?