Anders dan universiteitenvereniging VSNU zien minister Plasterk en de Tweede Kamer niets in een stelsel waarin geaccrediteerde instellingen hun eigen opleidingen keuren. Na 2009 – als de eerste accreditatieronde er op zit – komt er een mengvorm: voor randvoorwaarden als faciliteiten, personeelsbeleid en medezeggenschap worden instellingen dan als geheel gewogen door de NVAO. Die zaken hoeven dan niet meer aan de orde te komen bij iedere opleidingstoets.
Opmerkelijk genoeg wordt de instellingstoets niet verplicht. ‘Maar ik ga er vanuit dat bestuurders verstandig genoeg zijn om het wel te doen’, zei minister Plasterk. Anders moet een instelling bij iedere opleidingsaccreditatie laten nagaan of de hoeveelheid computers en de kwaliteit van medezeggenschap voldoende zijn. Dat kost meer tijd en geld, en juist dat zorgde de afgelopen jaren voor veel gemor.
Het is nog niet helder aan welke eisen een instelling moet voldoen. Oppositiepartij SP wil de garantie dat alle hoofdzaken op orde zijn. De minister is het daar op zich mee eens. ‘Van compensatie kan geen sprake zijn. Dan zou een hogeschool zijn studenten kunnen onderbrengen in een bouwval omdat het niveau van het docentencorps zo hoog is.’ Wel vindt hij dat een instelling geen accreditatie mag mislopen vanwege slecht georganiseerde bijzaken. ‘Maar waar de scheidslijn precies ligt, weet ik nog niet.’
De komende maanden moeten acht proefprojecten in Nederland en Vlaanderen uitwijzen waar de grens tussen instellings- en opleidingsaccreditatie wordt getrokken. Dan moet ook duidelijk worden of een mega-hogeschool als geheel of per vestiging moet worden gekeurd. De SP gaat voor de eerste optie, maar Plasterk houdt een slag om de arm. ‘Als de voorzieningen helemaal goed zijn behalve in één vestiging, kun je overwegen om een gedeeltelijke accreditatie te geven. Maar dat is een discussie voor een later tijdstip.’
Het tempo waarin minister Plasterk het vernieuwde accreditatiestelsel wil invoeren, baarde enig opzien. Coalitiepartij CDA vroeg zich af of het wel verstandig is alvast een wet te schrijven terwijl de plannen nog moeten worden getoetst. De minister zegde toe dat de wetgeving tot dan ‘globaal blijft’.
Over andere onderdelen van de nieuwe accreditatiewet hoeft minder diep te worden nagedacht: een ruime meerderheid van de Kamer is tevreden over het voornemen om afgekeurde opleidingen een hersteltijd van twee jaar te geven, en minister Plasterk vindt het vanzelfsprekend dat studenten deel uitmaken van visitatiepanels. Of ook het bedrijfsleven zo’n vinger in de pap krijgt, hangt voor hem af van de aard van de opleiding. ‘Bij een visitatie van de opleiding Grieks lijkt me dat lastig.’ [TdO/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?