De Universiteit Leiden wil duidelijkheid scheppen, zegt een voorlichter in universiteitskrant Mare. ‘Daarom komen we met een openbare lijst waarop alle relevante nevenactiviteiten van hoogleraren en bijzonder hoogleraren worden vermeld. Op de lijst zal ook de externe financiering van leerstoelen worden aangegeven.’
Rector Gerard Mols van de Universiteit Maastricht is net zo duidelijk. Tegen de lokale radio zei hij dat hij ‘geen enkel bezwaar’ heeft om mee te werken aan een openbaar register van nevenfuncties en sponsors van hoogleraren.
De Erasmus Universiteit Rotterdam zet alvast een lijst met bijzondere leerstoelen en hun sponsor op de website, maar loopt toch iets minder hard van stapel. Rector Steven Lamberts: ‘We staan ook achter het idee om informatie over nevenfuncties openbaar te maken, maar bezinnen ons erop hoe we dat praktisch kunnen vormgeven.’
Deze instellingen reageren dus meegaand op het dreigement van minister Ronald Plasterk om de openbaarmaking van deze gegevens desnoods wettelijk af te dwingen. Maar Roelof de Wijkerslooth, voorzitter van de Radboud Universiteit Nijmegen, denkt er totaal anders over. ‘De werknemers hebben een wettelijk verankerd recht op privacy’, zegt hij in het instellingsblad Vox. ‘Hoe ver wil je trouwens gaan met zo’n register. Moeten daarin ook alle participaties in aandelen of belangen bij licenties worden vermeld?’
De Rijksuniversiteit Groningen geeft zich evenmin gewonnen. Die ziet nevenfuncties als een kwestie van arbeidsvoorwaarden. Het gebeurt ‘met enige regelmaat’ dat wetenschappers gevraagd wordt te stoppen met werk dat strijdig is met de universitaire taken, zegt een woordvoerder in het weekblad UK. Maar dat hoeft niet in het openbaar te gebeuren.
Veel universiteiten kiezen een middenweg. Zij vragen hoogleraren hun nevenwerkzaamheden op hun persoonlijke universiteitswebsite te zetten. Zo doet bijvoorbeeld de TU Eindhoven het. Ook de hoofdwerkgevers van deeltijdhoogleraren worden daarbij vermeld. Maar de sponsor van een leerstoel hoeft er niet op te staan en er komt geen register.
Ook de Universiteit van Amsterdam heeft geen register, maar via de websites van hoogleraren kun iedereen zien wat hun nevenfuncties zijn. Bestuursvoorzitter Karel van der Toorn in het universiteitsblad Folia: ‘Openheid over de achtergrond van bijzonder hoogleraren en over nevenfuncties van reguliere hoogleraren is goed en belangrijk.’
Maar hoogleraren vergeten nog wel eens hun website bij te houden, constateert de Universiteit van Tilburg. De universiteit gaat hen eraan herinneren hun nevenwerkzaamheden te melden. Tilburg wil geen register online zetten; dat zou indruisen tegen de privacywetgeving, staat in universiteitsblad Univers.
Zo doet Wageningen het ook: de financiers van bijzondere leerstoelen worden vermeld en de hoogleraren krijgen het verzoek hun nevenfuncties op hun website te melden. Een register is, opnieuw, te privacygevoelig. De Universiteit Utrecht moet nog even nadenken over de vraag of nevenfuncties van hoogleraren openbaar moeten worden gemaakt.
De universiteiten zitten dus niet op één lijn. Intussen is er ook enige kritiek op de Volkskrant, die het balletje aan het rollen bracht. Zo was de inaugurele rede van de melkprofessor annex Campina-directeur juist bijzonder genuanceerd, meldt het Wageningse blad Resource, en niet vooringenomen. De Universiteit Twente meldt bovendien dat niet 35 procent, maar 23 procent van al haar hoogleraren extern gefinancierd wordt. De Volkskrant had zogeheten nulprofessoren meegeteld, die bijvoorbeeld met emeritaat zijn, maar nog wel promovendi begeleiden of een project afronden. [BB/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?