De student is voor het invullen van de enquête ongeveer tien minuten kwijt. Hij krijgt verschillende stellingen en vragen voorgelegd, waaruit de onderzoekers kunnen opmaken wat voor soort student hij is. Zo krijgt Avans inzicht in de verschillende types studenten die er in huis zijn en welke types bij welke opleiding voorkomen.
Avans hanteert hiervoor vijf types: de idealisten (sociaal geëngageerd, willen andere mensen helpen), de statuszoekers (willen een goede baan met geld en status), de normatieven (zien studeren als een noodzakelijk kwaad, maar het biedt hen zekerheid), de zelfontplooiers (willen zichzelf als mens ontwikkelen) en de vakgeïnteresseerden (willen doelgericht alles over een vak weten).
In de vragenlijst worden dan ook stellingen neergelegd als “ik heb bewust voor een studie gekozen waarmee ik anderen (later) kan helpen”, “een belangrijke reden om te gaan studeren is dat dit van mij verwacht werd” of “ik ben ook buiten mijn studie graag bezig met het vak waarvoor ik studeer”.
Het is voor Avans interessant om te weten welke types studenten zich tot welke opleidingen aangetrokken voelen. Volgens projectleider Jan Reinhard biedt dat de school de kans de studenten beter te bedienen. ‘Voor studenten die zichzelf graag willen ontplooien, is het wellicht interessant dat ze flexibele leerroutes krijgen aangeboden. Maar de student die alleen voor zijn studie komt en die zo snel mogelijk wil afronden, zit daar misschien wel niet op te wachten en zegt “vertel jij maar wat ik moet doen”.’
Ook de werving van nieuwe studenten kan Avans met de opgedane kennis verbeteren, is de gedachte. ‘Maar hoe dat precies moet, weten we nu ook nog niet’, zegt Reinhard. ‘We gaan de uitkomsten eerst voorleggen aan de academiedirecteuren. Misschien weet een directeur al wat voor type studenten hij in huis heeft en waardoor zij gemotiveerd zijn. Het kan ook zijn dat het nodig is om het onderwijsprogramma en de wervingsactiviteiten aan te passen.’
Dit onderzoek valt onder het Meerjarenbeleidsplan 2007-2010. Als achtergrond wordt de indeling in vijf typologieën van onderzoeksbureau TNS NIPO gebruikt. Reinhard verwacht dat de uitkomsten in november bekend worden. Het is overigens niet zo dat de studenten te horen krijgen welk type student zij zijn.
Omdat het e-mailsysteem het moeilijk aankan als er meer dan 19.000 mailtjes in één keer worden verzonden, worden de enquêtes per duizend verstuurd. Iedere student krijgt een unieke mail, waarin de stellingen en vragen ‘at random’ aan bod komen. [PM]
Punt. Of had jij nog wat?