De kernachtigste formulering van de trend staat op conto van Jan Willem Oosterwijk, voorzitter van de Rotterdamse Erasmus Universiteit. 'Alles van kwaliteit is in ons metier internationaal', zei hij. Vandaar de Engelstalige bachelor- en masteropleidingen en de vele studenten uit het buitenland. Kennis is immers grenzeloos.
Zo scherp wilden andere bestuurders het niet zeggen, maar de meesten braken wel een lans voor internationalisering. Je steekt er namelijk veel van op als je een tijdje in het buitenland studeert. Het leert je 'anders kijken', aldus rector Kortmann van de Radboud Universiteit Nijmegen: 'In Munster spreek je een hoogleraar niet aan met zijn voornaam. In Leuven zeg je u, niet alleen tegen je docenten, maar ook tegen je medestudenten.'
Sommige bestuurders willen zo graag internationaal overkomen, dat ze hun toespraak in hun beste Engels hielden. De masterfase werd in Maastricht door voorzitter Jo Ritzen vertaald als 'master’s phase'.
Tegenwicht kwam er van Sijbolt Noorda, voorzitter van universiteitenvereniging VSNU, die de Protestantse Theologische Universiteit met een bezoek verblijdde. Hij had geen zin om de universiteit en het onderwijs te zien als 'de hulpsinterklazen van de economische groei en internationale competitie' en pleitte voor bezinning op de ziel van de universiteit. Hij riep de theologie op om het centrum van het academische debat te zoeken. De theologie is namelijk van oudsher een discipline die allerlei andere disciplines samenbrengt: 'Ze is moderne wetenschap met heel oude papieren.'
Ook rector Hans Stoof van de Universiteit Utrecht keek liever naar binnen dan naar buiten. Hij noemde wel enkele ranglijsten waar Utrecht leuk op scoort, maar keek toch voornamelijk naar eigen rendementen, onderwijsverbeteringen en talent. Tussen neus en lippen door kondigde hij bovendien aan dat er minder bijzonder hoogleraren zullen worden benoemd. Dat moet de kwaliteit ten goede komen. [BB/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?