De eerste dagen zijn het moeilijkst. ‘Eten is een soort verslaving, een gewenningsproces. Je verandert het ritme van overdag eten naar ’s avonds en dat is even slikken. Daar moet je sterk voor zijn’, zegt Hadj. ‘Maar je leert daardoor het eten meer waarderen. Ook een kop koffie, die je normaal zo vaak pakt.’
Tijdens de ramadan werkt hij wat vaker thuis, omdat het lastiger is om geconcentreerd te blijven. ‘Na een lesdag van half negen tot half vijf, ben je gesloopt. Alles vergt meer energie en daar heb je een gebrek aan.’ Meer werk verzetten in de avonduren is er ook niet bij. Juist dan is er eten en komt de familie. Toch ziet hij de ramadan niet als een maand die vooral lastig is. ‘Je beseft dat het een betekenis heeft. Hier gooien we elke dag voedsel weg, terwijl aan de andere kant van de wereld mensen gras zoeken om te eten. Dat besef heb je nodig. Je zuivert je geest: ook je behoeften en je driften, zoals boosheid, reguleer je.’
Ekeram Lamrini, eerstejaars Verpleegkunde in Den Bosch, heeft niet veel problemen met de ramadan. Zij vast namens haar geloof het hele jaar door. ‘Ik vast altijd op maandag en donderdag, behalve in de zomer. Dat zag ik bij een vader van een vriendin en ik heb het graag voor mijn geloof over.’ Van een tekort aan energie heeft zij daarom niet zo'n last. ‘Dat komt ook omdat je weet waarvoor je het doet. Tijdens een saaie les word je wel eens zwakker. Ik begin dan altijd te kleppen tegen iemand, dat werkt', lacht ze. En ze heeft nog een tip: ‘Als ik aan eten denk, koop ik het wel, maar dan eet ik het ’s avonds pas. Zoals die marsreep gisteren…’ [EvG]
Punt. Of had jij nog wat?