De lector heeft net als studenten weinig op met het reflectieportfolio. ‘Als het een competentie was dat je de rust moest kunnen terugbrengen in de groep, dan schreven we dat we ruzie hadden gehad en het goed hadden gemaakt’, citeerde de lector een student die over het portfolio voor de Volkrant werd geïnterviewd.
Straetmans, behalve lector Assessment bij Saxion Hogescholen ook werkzaam als toetsdeskundige bij Cito in Arnhem, vindt het niet gek dat zo wordt gesproken. ‘Studenten voelen feilloos aan wat docenten van hen willen horen. “Niet te hoog inzetten, anders kun je niet meer groeien”, weten studenten.’
In een reflectieportfolio geeft een student zelf aan wat zijn leer- en ontwikkelingsdoelen zijn. Vervolgens houdt hij bij hoe de ontwikkelingen gaan, levert bewijzen aan en maakt er ‘een mooi verslag’ van, aldus de lector. De ene keer zijn dat een paar A-4’tjes aan elkaar geniet, de andere keer is bij wijze van spreke een verhuisdoos nodig voor de hoeveelheid papier die wordt aangeleverd. De verschillen onderling zijn groot en daardoor is het voor docenten moeilijk zo’n ‘werkstuk’ goed te beoordelen.
Straetmans is niet tégen het portfolio, zo bleek. Het is volgens hem een toetsingsvorm die past bij het huidige hbo, waar studenten worden opgeleid tot ‘reflective practioners’, creatieve, weerbare en wendbare professionals. Dit gebeurt door hen zelfverantwoordelijk en competiegericht te laten leren.
Maar dan moet zo’n portfolio wél laten zien wat de student kan. Er moet kunnen worden beoordeeld of de student het vak waarvoor hij leert, beheerst. Daarbij gaat het er niet om aan te tonen of hij de afzonderlijke competenties beheerst. ‘Bij een kunstschilder gaat het om het schilderij en niet om de vraag of hij de kleurenleer kent.’
Helder zette de lector uiteen waar een goede portfolio aan moet voldoen. Het is geen vrijblijvend werkstuk van de student, wat hem betreft. Het onderwijs moet helder hebben en maken voor de student wat de kwaliteitscriteria van een goed portfolio zijn. Dat is nog niet vanzelfsprekend, toonde de lector aan met een lijstje van stopwoorden dat op een opleiding van zijn school wordt gebruikt bij de beoordeling van een portfolio.
Wat moet een goede beoordelingsmap van een student dan allemaal bevatten? Straetmans denkt aan verslagen van observaties op de werkvloer en bezoeken van mystery guest, kennistoetsen, interviews, een beroepsproduct, assessments, performance assessments. Reflectie is een onderdeel van de map. Verder moeten de documenten actueel zijn, authentiek, objectief, valide en representatief.
Maar hoeveel vrijheid heeft een student dan nog? En is het voor een student nog wel motiverend om een portfolio te maken waarin hij niet zelf kan kiezen wat hij erin kwijt kan, waren vragen die uit het publiek kwamen. ‘Door de vrijheden krijg je heel mooie porfolio’s, waar vooral de goede studenten hun creativiteit in kwijt kunnen. Een structuur beperkt hen daarin’, meende onder meer pabodocent Piet Koppejan.
‘Het gaat erom dat het werk deugdelijk is en dat docenten beslissingen kunnen nemen die betrouwbaar zijn’, reageerde Straetmans. ‘Als je een student geheel vrijlaat, dan heb je er geen grip meer op. Door minder vrijheid te geven, krijg je meer validiteit.’
De bijeenkomst donderdag werd georganiseerd door de projectgroep ‘nieuwe beoordelingsvormen’ van het Leer- en Innovatiecentrum (LIC) van Avans. De bijeenkomst past in de SpotLIChtreeks die gaat over onderwijsvernieuwingen van het LIC.
De projectgroep onder leiding van Marije Markus wil expertise van buiten naar binnen halen. Ze willen het mogelijk maken dat ervaringen met nieuwe beoordelingsvormen tussen academies worden gedeeld, nieuwe beoordelingsinstrumenten onderzoeken en praktijkonderzoek gaan doen. De projectgroep werkt samen met drie academies in Breda: de Academie voor de Technologie van Gezondheid en Milieu, de Academie voor Algemeen en Financieel Management en de Academie voor Gezondheidszorg. [PM]
Zie voor artikelen over andere bijeenkomsten van SpotLICht de rubriek 'onderwijsinnovatie' in het domein 'medewerker' op deze site.
Punt. Of had jij nog wat?