Sociale innovatie is een nieuwe, platte organisatiestructuur met medewerkers die samenwerken in horizontale netwerkstructuren. ‘Het is meer een bottom-up methode van werken’, legde Michel Brakenhoff uit. Hij is schrijver van het Kookboek voor Sociale Innovatie en sprak onder het genot van warme broodjes over zijn principe aan de hand van voorbeelden.
Even wennen
‘Om betere plannen te krijgen, moet je optimaal gebruik maken van de kennis en ervaring van medewerkers’, vindt Brakenhoff. Daarom moeten leidinggevenden meer ruimte geven en moeten medewerkers tegelijkertijd meer verantwoordelijkheden nemen. ‘Meestal werken bedrijven vanuit een plan. In dit geval moeten ze aan een proces werken en moeten de plannen nog vorm krijgen. Dat is in de meeste gevallen wel even wennen’, gaf hij aan.
Bedrijven moeten in zijn ogen dingen anders doen. Anders kijken naar de potentie van mensen, niet hiërarchisch organiseren, experimenteren en veel aandacht hebben voor het informeel met elkaar omgaan. Brakenhoff predikte het werken in zelfstandige teams, maar enkele aanwezigen gaven aan dat er toch ook een leider nodig is om de knopen door te hakken.
Studenten centraal
Het boek van Brakenhoff kent ook een hoofdstuk over sociaal innoveren in het onderwijs. ‘Het vasthouden aan zekerheid en gebrek aan draagvlak bij mooie plannen zijn belemmeringen van innovatie. De school moet zichzelf meer zien als een loopbaan adviescentrum, de studenten moeten centraal staan. Als docent en management dat doel voor ogen hebben, kunnen ze daar het beste in gezamenlijk leiderschap aan werken’, gaf hij de aanwezige docenten mee.
Bedrijven die al projecten met sociale innovatie hebben uitgevoerd, kwamen ook aan bod. Zo noemde Brakenhoff Hajé wegrestaurants, die langdurig werklozen een kans geeft en daardoor gemotiveerd in dat bedrijf acteren. Ook Friesland Foods en DSM hebben hun winst zien stijgen door de platte organisatiestructuur. ‘De nadruk moet niet liggen op de productiviteitscijfers, maar op de teamprestatie. Dan vinden mensen het niet erg om nog een extra overleg in te lassen.’ [EvG]
Punt. Of had jij nog wat?