Acht man sterk kwam het docententeam van de Academie voor Financieel Management (AFM) naar de bijeenkomst over de overstap. ‘We dachten handreikingen en tips te krijgen hoe we studenten daarin kunnen begeleiden. Maar die hebben we niet gehad’, constateerde docent Monique Venrooij aan het einde.
De opzet van het LIC was om de docenten te laten leren van elkaars aanpak. De vragen die de docenten daarbij hadden, hield het LIC bij. Dat gaat aan de hand van de bijeenkomst analyseren wat de mogelijkheden zijn om de integrale aanpak te verbeteren.
Kennis verspreiden
‘We moeten niet met z’n allen hetzelfde ontwikkelwerk gaan doen’, stelde Susan van Soest van het LIC. Dat gaat analyseren wat academies ondernemen om de overstap van de havo naar het hbo te verkleinen en die kennis verspreiden over heel Avans. Alleen dachten de meeste docenten dat dat nu al ging gebeuren.
Van Soest: ‘Er is veel behoefte aan informatie over studieloopbaanbegeleiding. Alle Sportlichtbijeenkomsten die hierover gaan, zijn druk bezocht. Daar gaan we volgend jaar zeker mee door, maar in welke vorm weten we nog niet.’ Tip van de aanwezige docenten was om één thema meer uit te diepen.
Valkuilen weten
Omdat academies verschillende dingen verstaan onder de term studieloopbaanbegeleiding, is het LIC bezig daarvoor een kader te maken. ‘Bij sommigen heet het coaching, anderen verstaan er ook presentatievaardigheden onder’, verklaarde Van Soest. ‘Studenten moeten reflecteren op zichzelf en de studie. Dat kunnen ze in het begin nog niet, dus daar hebben ze hulp bij nodig. Ze moeten steeds beter hun sterktes en valkuilen weten. Dat beeld wordt met de studieloopbaanbegeleiding steeds helderder.’
Typeren
Docenten mochten gisteren beginnen met het typeren van de havist en de hbo’er. De havist bleek vooral ‘zoekend’, ‘gretig’, ‘naïef’, ‘onzeker’ en ‘afwachtend’. De hbo’er was ‘zelfsturend’, ‘geïnteresseerd’, ‘doelgericht’ en ‘zelfbewust’. De verschillende types student kwamen ook aan bod, zoals de idealist en de statuszoeker. ‘Het type moet helder zijn en vooral moet je weten wat ze motiveert om ze aan de slag te krijgen’, aldus Van Soest.
Tussentoets
De bijeenkomst was daarna vooral een podium om te bespreken wat de docenten zoal aan problemen ondervinden en als oplossing hebben bedacht. De meeste problemen bleken in het eerste onderwijsblok van het eerste jaar te liggen. Sommige docenten overwegen in het eerste blok een tussentoets in te voeren, om de studenten eerder aan de slag te krijgen. ‘De inhoud maken we meteen te belangrijk. Ze zijn niet binnen één dag student, daar moeten we ze in sturen’, sprak José Fleskens van AFM.
Naar lessen gaan
Haar collega Dick Hol vindt het belangrijk dat de studenten veel aanwezig zijn om een groep te vormen. ‘In blok 1 moet het normaal zijn dat ze naar de lessen toegaan. Ze komen van de middelbare school, waarbij de ouders nog gebeld werden als ze niet op kwamen dagen. Nu is alles vrij.’
De mbo’er kiest volgens docent Frans Janssen van de Academie voor Marketing bewuster dan de havist. Dat vraagt andere begeleiding. Bij sommige opleidingen krijgen studenten workshops in bijvoorbeeld toetsvoorbereiding. AFM probeert studenten vier dagen te laten komen voor minimaal vier uur. De verplichte lessen worden daarover zoveel mogelijk gespreid. [EvG]
Zie voor artikelen over andere bijeenkomsten van SpotLICht de rubriek 'onderwijsinnovatie' in het domein 'medewerker' op deze site.
Punt. Of had jij nog wat?