Waarom ik de genen, die mijn beide broers duidelijk wel bezitten, niet heb gekregen weet ik nog steeds niet. Het enige dat ik als reden kan bedenken is dat mijn ouders mij niet genoeg spaghetti en soepstengels hebben laten eten toen ik nog wél in de groei was.
Klein zijn heeft zo zijn voordelen. Je wordt bijvoorbeeld nooit als eerste geraakt door de bliksem en je kunt je in een drukke mensenmassa makkelijk verplaatsen.
Leuk, maar klein zijn heeft ook een heleboel nadelen. Zo is het fijn als je in zo’n mensenmassa je makkelijk kunt verplaatsen, maar stel je eens voor dat dit tijdens het concert van Coldplay is, waar je ook iets zou willen zien.
Stel je mij voor tussen ruim 60 duizend mensen die allemaal vooraan willen staan. Natuurlijk lukt niet iedereen dat en zelfs een klein iemand als ik niet. Voor iemand van 1.80 m of langer is dat nog niet zo’n ramp. Mijn vrienden hoefden enkel op hun tenen te staan en zagen Chris Martin, samen met zijn bandleden, zich uitleven op het podium.
Ik zag het volgende: het halfkalende hoofd van de iets te dikke man voor mij, die genoeg spaghetti op had om acht kinderen van 1.90 m of langer op de wereld te zetten. Helaas zette hij zijn vriendin in zijn nek, wat mij zelfs het zien van de bovenste rand van het podium onmogelijk maakte (zelfs toen ik op mijn tenen ging staan).
Naast de iets te dikke man met zijn vriendin in zijn nek stonden twee puberende jongens. Ik schatte ze op 1.75 m, een respectabele lengte om schuin voor je te hebben. Misschien kon ik daarlangs nog wat zien. Maar ook deze hoop werd in de kiem gesmoord toen ze enthousiast met de armen in de lucht begonnen te springen en ik met mijn neus tussen de vers bevochtigde okselharen belandde… Nog bedankt.
Van mijn vrienden heb ik na afloop gehoord dat het er heel gaaf uitzag. De muziek klonk in ieder geval erg goed. En voor de rest kan ik alleen maar zeggen:
‘Gelukkig hebben we de foto’s nog!’
Punt. Of had jij nog wat?