Op het terrein van de brandweer in Tilburg leren de docenten branden blussen. Dat betekent rode helmen op en kaplaarzen aan. De theoretici hebben nog genoeg vaardigheden te leren van de vakmannen van de Tilburgse brandweer. Soms deinen ze zelfs eventjes voorzichtig achteruit. ‘Het opblazen van busjes haarlak ging nog best hard’, verwondert docent Bert Bambach zich.
Vervallen gebouw
Toon de Jong en Jos Audenaert gaan samen een vervallen gebouw in, waar een brandmelding is. Toon gaat voorop. Hij moet vertellen wat hij ziet en de deuren aftasten. ‘De klink is niet heet en het is een afdraaiende deur’, waarschuwt hij zijn collega. Hij moet laag blijven als hij de deur langzaam opent. Jos heeft zijn brandblusser al paraat.
‘Er staat een computer in de fik!’ Schreeuwt Toon met luide stem. Er staat wat rook in de kamer. Eerst overleggen ze of de brandblusser geschikt is voor deze brand. ‘Hij is goed voor elektriciteit en geeft weinig schade’, constateren de mannen. Brandweerman Steijser vindt dat de docenten het goed hebben gedaan. Alleen bij de melding van de brand, waren ze even vergeten te melden dat het adres zich in Tilburg bevindt.
Reanimatie
Een week eerder volgden de docenten al een cursus reanimatie en EHBO. Docent Neeltje Nelissen had als een van de weinige docenten de cursus al eens gevolgd. Toch is ze blij dat ze haar geheugen weer kan opfrissen en wat praktijkwerk te doen. ‘Je vergeet het snel hoor, hoe je mensen in een stabiele zijligging moet leggen. Na drie maanden wist ik het al niet meer. Het is fijn om te horen hoe het ook alweer allemaal moest.’ [EvG]
Punt. Of had jij nog wat?