Jaarlijks voer ik een vergelijkbaar gesprek, er is een misverstand te bestaan over hoeveel weken vakantie je hebt. Mag of moet hebben. De werknemer die maar vijf weken weg is geweest, voelt zich tekort gedaan. De werknemer van de ondersteunende dienst, drie weken, zit nog achter de computer als de docent vertrekt en zit er weer als de docent zijn tent aan het inpakken is. Vakantie hebben is in weken denken.
De CAO spreekt niet over weken; ‘de werknemer met een werkweek van 40 uur heeft per kalenderjaar recht op 428 uur vakantie’. Het opnemen is gebonden aan een aantal minimale voorwaarden, nergens wordt gesproken over drie, vijf of zes weken. Maar wij spreken met elkaar het aantal weken af en houden tradities in stand. De traditionele schoolvakanties.
(De herfstvakantie bestaat niet binnen Avans. Studenten zijn zeer verbaasd dat ze geen vakantie hebben, daar hebben ze toch recht op? Reeds geplande vakanties gaan voor op studie en werk, ouders aan de telefoon melden dat zoonlief toch echt mee moet met het geplande gezinsuitje. We hebben de herfstvakantie afgeschaft en een onderwijsluwe week ingesteld, hetgeen weer een uitnodiging is voor de werknemer om toch maar vakantie te nemen, tenslotte heeft het lager- en middelbaar onderwijs dat ook. Onderwijsluw is verwarrend voor de student die wil studeren. Nauwelijks docenten, praktijklokalen gesloten, geen catering.)
Recht op vakantie, maar wanneer? Ik verheug me al op de dialogen rond de kerstvakantie, die loopt dit jaar binnen Avans niet synchroon met andere onderwijsinstellingen. Ik vermoed dat het onrustige weken worden.
Elke jaar weer dezelfde discussie; hoelang en wanneer vakantie? Het ligt besloten in het studentenjaarrooster, dat academies en diensten afspreken en dat lijkt te vragen om een gelijktijdige vakantie voor alle onderwijsgevenden. Goed voor de afstemming, maar in de praktijk komt daar weinig van, studenten gaan hun eigen gang, docenten nemen vakantie wanneer het hen uitkomt.
Ik verbaas me er al over sinds ik in het onderwijs werk. Het onderwijs georganiseerd in vier perioden van tien weken, waarbij er twaalf weken geen onderwijs is en dus ruimte voor vakantie. Twaalf weken lang staan de gebouwen vrijwel leeg. Eigenlijk absurd, klagen over ruimtegebrek en een gebouw twaalf weken nagenoeg leeglaten. Waar in onze economie kan dat nog? Alles is bespreekbaar, we hebben het over Het Nieuwe Werken en blended learning. Alles mag veranderen, over een ding zijn studenten en werknemer het eens: blijf van de zomervakantie af!
Ab Bobbink, medewerker bij de Academie voor Gezondheidszorg Breda
Punt. Of had jij nog wat?