Schokkende cijfers
Maar liefst één op de vijf vrouwen in Nederland heeft ooit te maken gehad met huiselijk geweld. Om die schokkende cijfers terug te dringen, startte de vrouwenopvang in Amsterdam zes jaar geleden met het programma ‘Begeleide Terugkeer’. Slachtoffers van huiselijk geweld krijgen daarin hulpverlening zodat ze eventueel kunnen terugkeren bij hun partner zonder dat ze opnieuw worden getroffen door geweld.
Maar tot nu toe is er nog vrij weinig onderzoek gedaan naar dit programma. Het is vaak onduidelijk wanneer Begeleide Terugkeer kan worden ingezet om het partnergeweld te stoppen of te verminderen.
Reden voor het lectoraat om hier dieper in te duiken. Als resultaat verscheen de publicatie Samen verder na partnergeweld? waarin Monique van Gestel, Nelleke de Mulder en lector Sietske Dijkstra de methodiek nader hebben onderzocht.
Even slikken
Bijzonder aan Begeleide Terugkeer is dat ook de mannen kunnen aanschuiven. Het was voor gastspreker Cecilia Perez, medeontwikkelaar van het programma, even slikken: ‘Ik was altijd gewend om alleen vanuit de vrouw te kijken. Hoe kunnen we haar en de kinderen helpen? Plotseling moest ik ook met de daders gaan praten. Ik wist niet wat ik kon verwachten. Misschien gingen ze wel tegen me schreeuwen of werden ze agressief.’
De gesprekken met de mannen bleken echter een eye-opener voor Perez: ‘Ik kwam er achter dat het geweld niet altijd eenrichtingsverkeer is. Ook de vrouwen spelen hier een rol in. De mannen zijn over het algemeen goede vaders, maar ze handelen verkeerd. Ze moeten beseffen dat ze hun gedrag moeten veranderen anders verliezen ze hun vrouw en hun kinderen.’
In tranen
Het meest aangrijpend zijn volgens Perez de gesprekken met de kinderen: ‘Ik liet kinderen aan hun ouders vertellen wat ze meemaakten. Ze voelden zich vaak schuldig, dachten dat zij de oorzaak van de ruzies waren. Als ouders, vooral de mannen, het hoorden barstten ze vaak in tranen uit.’
Ogen en haken
Volgens spreker Peter Steenkist die bij GGZ al negentien jaar werkt met geweldplegers zitten er wel enkele ogen en haken aan het ‘Begeleide Terugkeer’-programma: ‘Er is een grote groep van geweldplegers die verslaafd zijn, psychiatrische problemen hebben of simpelweg niet kunnen reflecteren. Al die mannen kunnen niet in het programma terecht.’
Steenkist zet daarnaast kanttekeningen bij de duur van het traject: ‘In totaal zijn er negen bijeenkomsten. Dat lijkt me eerlijk gezegd vaak te kort om geweld te stoppen. Je moet je sowieso afvragen wanneer het geweld is gestopt. Omdat de man het geweld afzweert? Het geweld stopt totdat de eerstvolgende klap wordt gegeven.’ [CT]
Punt. Of had jij nog wat?