Alleen Oostenrijk, Zwitserland, Canada en de Verenigde Staten besteden per student meer geld dan Nederland. Dat staat in het jaarlijkse OESO-rapport ‘Education at a Glance’, waarin de aangesloten landen in tientallen tabellen hun onderwijs vergelijken. De onderzoekers hebben de uitgaven gecorrigeerd voor de koopkracht.
Nederlanders doen langer over studie
Naar verhouding doen Nederlandse studenten lang over hun opleiding: meer dan vijf jaar, terwijl dat in de andere OESO-landen gemiddeld minder dan vierenhalf jaar is. Alle jaren opgeteld geeft Nederland dus nog meer geld uit per student.
In andere tabellen scoort Nederland middelmatiger. Neem de uitgaven aan hoger onderwijs als deel van de geproduceerde rijkdom in een land (het bruto binnenlands product). In 2007 was dat in Nederland 1,5 procent. Dat is ook het gemiddelde van de dertig OESO-landen. De publieke uitgaven zijn iets hoger dan gemiddeld, maar de private bijdragen blijven aan de lage kant. Overigens heeft Nederland naar verhouding een hoog BBP.
Crisis
De cijfers lopen tot het jaar 2008, toen er nog geen economische crisis was. Daarom kunnen de getallen niet zomaar naar het heden vertaald worden. De nationale welvaart is intussen veranderd door de economische crisis, waardoor de cijfers er inmiddels misschien heel anders uitzien.
Dertig landen vormen samen de OESO, ook wel de OECD genoemd. Veel EU-landen horen erbij, maar bijvoorbeeld ook Turkije, de Verenigde Staten, Korea en Japan. De OESO maakt graag internationale vergelijkingen, zodat de landen zich met elkaar kunnen meten. [BB/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?