De macht van een HBO-raadvoorzitter is beperkt, weet de kersverse Inholland-voorzitter Doekle Terpstra uit eigen ervaring. In een interview op Radio 1 werd hem gevraagd wat hij in zijn voormalige functie als HBO-raadvoorzitter had ondernomen om de problemen bij Inholland op te lossen. Hij antwoordde dat hij bij Inholland – maar ook bij andere hogescholen – 'achter de deur' gesprekken voerde, als hij hoorde dat er knelpunten waren. 'Dat doe je niet pontificaal vóór de deur.'
Fusies
Toen hij in 2005 bij de HBO-raad kwam werken waren er al de nodige problemen bij Inholland. Die hadden volgens hem vooral te maken met de naweeën van de fusies waaruit de hogeschool voortkwam. Ook toen al was er volgens hem veel 'bestuurlijk gedoe' dat ten koste ging van het onderwijs. 'Bij ons nieuwe bestuur komt het onderwijs op de eerste plaats.'
De problemen bij de Haarlemse opleiding media- en entertainmentmanagement (MEM) zorgen volgens Terpstra voor het grote imagoprobleem van zijn hogeschool. Hij houdt staande dat een diploma van Inholland deugt en even veel waard is als elk ander hbo-diploma. 'Mocht de Onderwijsinspectie bij MEM aantonen dat een aantal studenten op een onreglementaire manier is afgestudeerd, dan heeft Inholland de plicht ervoor te zorgen dat er een reparatie plaatsvindt. Maar daar is op dit moment geen sprake van.' [HC/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?