‘Voordat ik zelf word beschuldigd: Ik heb deze quiz geleend van collega’s in Leiden’, lacht Niek van Hoof, gastvrouw van de workshop. Maar de toon is gezet. Aan het overnemen van teksten en afbeeldingen zitten strakke regels. Met een quiz worden de medewerkers bijgespijkerd over hoe en wat rond plagiaat.
Zelfplagiaat
Dat je geen lappen tekst letterlijk kunt kopiëren voor je scriptie spreekt redelijk voor zich. Wat meer verwarring ontstaat er bij de stelling of een student zonder bronvermelding teksten uit zijn eigen bachelorscriptie mag gebruiken in zijn masterscriptie. ‘Het antwoord is nee. Dat heet zelfplagiaat’, legt Van Hoof uit. ‘De Duitse defensieminster Zu Guttenberg kopieerde werk uit zijn eigen scriptie toen hij ging promoveren. Het kostte uiteindelijk zijn baan.’
Vooral de komst van internet heeft de discussie rond het auteursrecht een stuk lastiger gemaakt. Zomaar een afbeelding van internet plukken, is allesbehalve legaal. Zelfs van plaatjes die je gebruikt om je afstudeerscriptie op te leuken, moet je volgens Van Hoof de bron vermelden: ‘Veel scripties komen namelijk in de HBO-kennisbank terecht en worden dus in feite gepubliceerd.’
Creative Commons
Maar er gloort hoop aan de horizon. Er zijn veel fotografen en auteurs die juist willen dat hun materiaal wordt gebruikt, maar ze hebben geen zin om daar elke keer toestemming voor te geven. Daar is op internet een speciale licentie voor uitgevonden: Creative Commons. Die foto’s kun je vinden door te zoeken via de website van creative commons of bij Google “gelabeld voor hergebruik aan te vinken”.
‘En als je echt niet weet of je het plaatje kunt gebruiken of als je de bronvermelding niet kunt vinden’, geeft Van Hoof nog een laatste tip. ‘Dan zou ik gewoon ander beeldmateriaal gebruiken.’ [CT]
Lees ook de andere artikelen in het Puntdossier Onderwijsdag 2011.
Punt. Of had jij nog wat?