Naast een hele reeks vragen over docenten, studieprogramma en huisvesting kregen studenten in de Nationale Studenten Enquête (NSE) in vroeger jaren nog een andere interessante vraag voorgelegd: hoeveel contacturen heb je per week? Dus hoeveel colleges, werkgroepen enzovoorts heb je naar eigen inschatting?
Niet relevant
Volgens de universiteiten en hogescholen waren de antwoorden niet betrouwbaar genoeg en bovendien niet relevant genoeg: een massacollege is niet te vergelijken met een kleine werkgroep. Daarom verdween de vraag uit de vragenlijst.
Tot ongenoegen van de Keuzegids Hoger Onderwijs, die het toch interessante informatie vond: het aantal contacturen zegt niet alles over een opleiding, maar het zegt wel iets. De VVD stelde kamervragen en staatssecretaris Zijlstra raakte ook overtuigd: hij zou de verantwoordelijke stichting Studiekeuze123 – van de gelijknamige website voor studiekiezers – vragen om deze informatievoorziening ‘aan te passen of aan te vullen’.
Afzonderlijke instellingen
Dus op het laatste moment is de vraag naar contacturen alsnog gesteld – maar niet in de landelijke enquête. Er kon niet meer over vergaderd worden en het landelijke gedeelte was al in samenspraak met de instellingen vastgesteld. Daarom zat de vraag in het ‘instellingendeel’. Dat is het gedeelte van de vragenlijst waarin normaal gesproken alleen vragen staan die de afzonderlijke instellingen aan hun eigen studenten willen voorleggen. Die vragen gaan bijvoorbeeld over nieuwbouw of over specifieke delen van het onderwijs.
De vraag over de contacturen is bovendien als ‘pilot’ meegestuurd: de instellingen willen de betrouwbaarheid van de antwoorden opnieuw onder de loep nemen voordat ze de vraag weer in de gewone lijst opnemen.
Ieder voor zich
Dus ontstaat nu een merkwaardige situatie: op verzoek van de politiek is de vraag naar contacturen weliswaar gesteld, maar het blijft nog onzeker of de instellingen de verkregen informatie voor studiekiezers beschikbaar gaan stellen. Dat mogen de universiteiten en hogescholen ieder voor zich bepalen.
De Onderwijsinspectie doet onderzoek naar de onderwijstijd van studenten en wil de antwoorden graag zien. Zij heeft alle instellingen verzocht de data door te sturen. Hoe het formeel precies zit, weet de woordvoerder even niet, ‘maar het zou wel gek zijn als een onderwijsinstelling zo’n verzoek van de toezichthouder zou weigeren’.
Hogescholen zijn tegen
Volgens het Interstedelijk Studenten Overleg willen de instellingen de gegevens liever niet openbaar maken: ‘Met name de hogescholen zijn ertegen. Ze zeggen dat de juiste procedures niet gevolg zijn, omdat de vraag op het laatste moment is toegevoegd.’
De HBO-raad bevestigt dat: ‘De hogescholen voelden zich gepasseerd. Het is wel onze enquête, vonden ze. Daarom is afgesproken dat de hogescholen eerst zelf de informatie krijgen. Formeel hebben we nog geen verzoek gekregen of de informatie ook openbaar gemaakt mag worden.’ De universiteiten hebben geen moeite met de vraag, zegt een woordvoerder, maar ook zij wijzen op de procedures. ‘Voor volgend jaar zullen we het er ongetwijfeld over hebben.’
Deze week gaan de instellingen hierover verder praten. Het blijft vooralsnog dus afwachten of de cijfers dit jaar voor studiekiezers inzichtelijk worden in de Keuzegids of op www.studiekeuze123.nl. [BB/HOP]
Zie ook het eerder verschenen artikel:
Punt. Of had jij nog wat?