Volgens de Volkskrant gaan studentenhuisvesters weer gedeelde studentenwoningen bouwen: één voordeur, meer kamers, gedeelde voorzieningen. Ze breken hiermee met de bouwtrend van studentenappartementen met eigen badkamer en keuken.
Bouwen op halve snelheid
Naar verwachting komen er in de komende vijf jaar 65.000 studenten bij die een woning zoeken. Woningcorporaties voorzien in een kwart van het aanbod. 'Onze taak is dus 16.000 nieuwe eenheden te bouwen', zegt Vincent Buitenhuis van Kences, het landelijke kenniscentrum van studentenhuisvesters, in de Volkskrant. 'Vorig jaar leverden we 1.600 woningen. We liggen op halve snelheid.' Eerstejaars studenten moeten gemiddeld een jaar wachten op een woning.
Na het afschaffen van de huurtoeslag voor onzelfstandig wonen in 1997, hebben woningcorporaties bijna geen gedeelde woningen meer gebouwd. Zelfstandig wonen met huurtoeslag is voor studenten goedkoper dan het huren van een kamer in een gedeeld pand, maar de huisvesters moeten op de luxe appartementencomplexen geregeld geld bijleggen. Buitenhuis: 'Gedeelde woningen zijn voor ons wel rendabel en eerste- en tweedejaarsstudenten willen graag samenwonen.'
Populair formaat
De verwachting is niet dat er weer studentenflats komen met acht tot vijftien studenten op een gang. De corporaties zetten in op 'vier tot zes kamers achter één voordeur.' Buitenhuis: 'Dat formaat is heel populair en als de vraag van studenten afneemt, dan kan je er ook nog wat anders mee.'
'Een heel goed idee', zegt Pascal den Have, voorzitter van studentenvakbond LSVb in de krant. 'Er zijn al zo lang geen studentenkamers meer gebouwd. Kamers zijn goedkoper en nemen minder ruimte in. Het tekort is zo groot en wordt ook niet teruggebracht met de bouw van luxe appartementen.' [AR]
Punt. Of had jij nog wat?