We willen graag dat leraren zich bijscholen en allemaal een masterdiploma halen, zei D66’er Boris van der Ham gisteren tijdens het vragenuur in de Tweede Kamer. Niet voor niets stelt de regering sinds enkele jaren speciale ‘lerarenbeurzen’ beschikbaar. Waarom zou je dan nu een drempel opwerpen en leraren de langstudeerboete van drieduizend euro per jaar laten betalen als ze vertraging oplopen in hun deeltijdopleiding?
Deeltijd is deeltijd
Maar Zijlstra ziet geen wezenlijk verschil tussen een leraar die zich bijschoolt en een elektrotechnisch ingenieur die zich bijschoolt: een deeltijdstudent is een deeltijdstudent. En over het lot van de deeltijders wil het kabinet pas in maart met de Tweede Kamer praten.
Want eerst wil de staatssecretaris vaststellen of er überhaupt een probleem is: hebben deeltijders bovenmatig veel last van de langstudeerboete of zouden ze genoeg moeten hebben aan één uitloopjaar? Dat wordt nog onderzocht. Mochten er problemen zijn, dan wil hij er wel over praten, maar hij weigert op dit debat vooruit te lopen.
Kritiek
Ook andere oppositiepartijen buitelden over elkaar heen om kritiek te leveren op Zijlstra. Deeltijdstudenten zouden worden ‘uitgeroeid’ door zijn beleid. Wist hij niet dat sommige hogescholen al overwegen de deeltijdopleidingen helemaal te schrappen? Leraren zouden bovendien in de val zitten: als ze met hun deeltijdopleiding stoppen, dan moeten ze hun ‘lerarenbeurs’ terugbetalen, en anders krijgen ze de langstudeerboete.
Zijlstra haalde naar de partijen uit en zei dat ze geen van alle (‘met uitzondering van de PvdA; hulde wie hulde toekomt’) in hun tegenbegroting hadden uitgerekend wat het kost om de deeltijders van de langstudeermaatregel uit te zonderen.
Daar protesteerde de SP tegen, maar kamervoorzitter Gerdi Verbeek kapte het debat af: de staatssecretaris stond hier niet om partijpolitieke uitspraken te doen, vond ze. [BB/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?