De tot nu toe gebruikelijke functionerings- en beoordelingsgesprekken zijn vanaf komend studiejaar waarschijnlijk verleden tijd. Na een geslaagde pilot moeten deze gesprekken plaatsmaken voor een afsprakengesprek, een voortgangsgesprek en een beoordelingsgesprek. Voor nieuwe medewerkers geldt een afwijkende cyclus. Zij krijgen tijdens hun eerste jaar zogenoemde vinger-aan-de-polsgesprekken.
Schriftelijk
Van de drie reguliere gesprekken vindt alleen het afsprakengesprek jaarlijks plaats. Het voortgangsgesprek hoeft nog maar een keer per drie jaar plaats te vinden en het beoordelingsgesprek wordt in de meeste gevallen voortaan schriftelijk afgedaan. Uiteraard kan een werknemer of werkgever toch een gesprek aanvragen en zijn ook positieve of negatieve ontwikkelingen aanleiding om in gesprek te gaan.
Niet-leidinggevende
Tot zover kon de AMR zich in de plannen vinden. De meeste kritiek kreeg het feit dat je voortaan met niet-leidinggevenden in gesprek gaat. ‘Ik heb er op zich geen problemen mee dat medewerkers straks niet langer gesprekken voeren met hun directie’, reageert docent Marcel van der Molen. ‘Maar mag dat ook formeel? Mag je volgens de regels van de cao een functioneringsgesprek voeren met een niet-leidinggevende?’
Docent Jacques Pijnappels heeft meer bedenkingen: ‘Ook al waren de reacties op de pilot heel positief, niet iedereen vind het prettig om met een collega een functioneringsgesprek te voeren.’ Volgens Martin Spierings, voorzitter van de AMR, hoeft het plan om die reden niet te worden afgeschoten: ‘Als je wilt, kun je namelijk altijd een gesprek met de directie van je academie of diensteenheid aanvragen.’
Managementlaag
Volgens Pijnappels schuiven er desondanks taken van de directie naar het personeel: ‘Onderwijscoördinatoren krijgen zo steeds meer managementtaken op hun bordje. Dat zijn uren die ze niet meer aan onderwijs kunnen besteden. Er ontstaat daardoor ook een tweede managementlaag, terwijl Avans heel bewust heeft gekozen voor een platte managementstructuur met twee lagen: directie en personeel.’
Toch is het afschuiven van taken door de directie bijna onontkoombaar. ‘Bij de Academie voor Marketing zijn zoveel mensen werkzaam’, geeft Spierings een voorbeeld vanuit zijn eigen werkomgeving. ‘De span of control is enorm, de directie kan onmogelijk met al het personeel gesprekken houden. Laat staan dat ze precies weten wat alle medewekers van hun academie doen.’ [CT]
Punt. Of had jij nog wat?