Het onderwerp ‘MOE-landers’ is actueel. In februari lanceerde de PVV een online klachtenmeldpunt voor overlast van MOE-landers. Dit geeft het Avansonderzoek actualiteitswaarde en het is goed voor de publiciteit, maar toch is het EV niet blij met het ontstane beeld. ‘Ons onderzoek gaat met nadruk niet over problemen die MOE-landers veroorzaken’, waarschuwt lector Emile Kolthoff voorafgaand aan de bijeenkomst. ‘Het gaat juist over problemen waar zij door malafide werkgevers en uitzendbureaus mee te maken krijgen in Nederland.’
Sinds juni 2010 heeft een team onderzoekers van het expertisecentrum in acht Brabantse gemeenten honderden professionals ondervraagd, die dagelijks met MOE-landers te maken hebben. ‘MOE-landers zijn regelmatig slachtoffer van malafide praktijken: onbetrouwbare uitzendbureaus, agrariërs, huisbazen’, stelt docentonderzoeker Sheila Adjiembaks. ‘De Midden- en Oost-Europeanen denken snel veel geld te verdienen in Nederland, maar worden uitgebuit en afhankelijk gemaakt. Tegelijkertijd zijn zij als gastarbeiders in Nederland onmisbaar, omdat zij werk doen wat Nederlanders niet willen doen.’
Geen zicht op
Uit het onderzoek blijkt dat veel professionals de juiste kennis niet in huis hebben. ‘Gemeenten hebben geen idee hoeveel en welke groepen MOE-landers er in hun gemeente wonen. De gemeentelijke basisadministratie is ontoereikend, als de gastarbeiders al legaal zijn. Daarbij is het heel lastig om malafide en bonafide werkgevers en uitzendbureaus van elkaar te onderscheiden. De professionals hebben hier moeilijk zicht en vat op.’
Volgens de EV-onderzoekers zal een MOE-lander misstanden zelf niet snel melden. Dan krijgen hij en zijn collega’s helemaal geen geld. Bovendien is er de taalbarrière en hebben de arbeidsmigranten ook vaak geen idee van hun rechten in Nederland, hoewel de jongere generaties daarvan steeds beter op de hoogte lijken te zijn.
Sociale tijdbom
Qua huisvesting leven MOE-landers vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Woningcorporaties hebben wachtlijsten, dus de malafide uitzendbureaus en werkgevers zoeken naar snelle oplossingen. Adjiembaks: ‘Veertig procent van deze mensen is ondermaats gehuisvest. Ze wonen in oude krotten of keten en wat betreft brandveiligheid is het vaak helemaal mis.’ In de praktijk gedogen gemeenten de MOE-landers vaak in het buitengebied, waar ze de minste overlast veroorzaken. ‘De politie staat door dat gedogen echter machteloos als er klachten van overlast of criminaliteit binnenkomen. Die gedoogplekken zijn zo een sociale tijdbom.’
De zorg- en welzijnssector krijgt soms ook met de MOE-landers te maken. Dakloosheid en verslavingen zijn bijkomende problemen. Professionals komen voor ethische dilemma’s te staan, omdat zij het onmenselijk vinden iemand de straat op te sturen.
Omgekeerde wereld
Doordat de verblijfsduur van de arbeidsmigranten vaak onduidelijk is, speelt de vraag tot in hoeverre de MOE-landers moeten integreren. Adjiembaks: ‘Een wijkagent vertelde ons dat zij wat zinnetjes Pools had geleerd om bij overlast Polen stevig aan te kunnen spreken. Maar haar collega vond dat de omgekeerde wereld. Zij moeten maar Nederlands leren, vond hij.’ [LJ]
Lees het complete onderzoekrapport binnenkort op de website van het Expertisecentrum Veiligheid.
Punt. Of had jij nog wat?