Terug naar overzicht

De sportschool

Tot mijn huisgenootje opperde dat ze nu écht weer wilde gaan sporten. Dat beloofde  ze zichzelf iedere maand, maar het kwam er niet van.

Vooruit, ik ging mee. En zo zaten we diezelfde avondje nog filmpjes van groepslessen op YouTube te kijken. Het aanbod van de dichtstbijzijnde sportschool was groot, dus we wilden de leukste les kiezen. Uiteindelijk kwamen we er niet helemaal uit. Je moest overal springen, bewegen, en het was vooral ‘FUN’, zoals de hippe man met zijn gespierde kuiten tijdens het filmpje zei.

Huisgenoot 2 vond het vooral hysterisch dat wij met zo’n groep mee wilden doen, en begint nog steeds smakelijk te lachen bij het woord ‘fun’.

De volgende dag maakten we onze belofte waar: we fietsten naar de sportschool. Zelfs dat verliep niet vlekkeloos, want na een kwartier rondjes fietsen hadden we pas door dat we tóch de eerste straat in moesten fietsen. Persoonlijk vond ik dat al een hele workout.

De zaal was groot, warm en vooral: licht. Als ik ergens een hekel aan heb, is het veel licht tijdens het sporten. Geloof me, je voelt je niet aantrekkelijk met je rode hoofd en bezwete lijf naast nog meer ingespannen sporters.

Oh jee, de vlotte instructeur had ons gezien. ‘Hallo! Ik zie dat jullie nieuw zijn!’ (Wat me niet verbaasde, aangezien er maar een stuk of tien mensen waren). Wij knikten vriendelijk. ‘Wat leuk! Het is vooral hard werken, maar uiteindelijk is het één en al FUN!’

Oh god. Kijk, dan haak ik af hè.

Toch heb ik, sportief als ik ben, meegedaan met de rest. Wat nog niet meeviel, want die side-kickbewegingen heb ik nog steeds niet onder de knie.

Máár, en ik ben blij dat ik het kan zeggen, we zijn nog vaker gegaan. Hoewel ik me dan toch echt bij de fitness heb begeven. Iets minder fun misschien, maar zeker effectief.

Lieve Snijders was student aan de Pabo in Breda

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?