De flamboyante Pim Fortuyn zorgde tien jaar geleden voor een aardverschuiving in de Nederlandse politiek. Aanvankelijk was hij de lijsttrekker van Leefbaar Nederland, maar het kwam tot een breuk met die partij na zijn uitspraken over integratie en de Islam. Uiteindelijk ging hij met zijn eigen Lijst Pim Fortuyn de verkiezingen in. Op 6 mei 2002 werd hij neergeschoten, negen dagen voor de verkiezingen.
Modieuze onderwijsvernieuwingen
Ook over het onderwijs had hij eigen opvattingen. Hij had vooral een hekel aan massaliteit en modieuze onderwijsvernieuwingen. ‘Een “school”, van basisschool tot faculteit in WO en HBO, hoort niet veel meer dan 600 leerlingen te tellen’, schreef Pim Fortuyn in zijn boek ‘De Puinhopen van Acht Jaar Paars’, dat in maart 2002 verscheen als verkiezingsprogramma voor de Lijst Pim Fortuyn. ‘Alleen dan is het mogelijk een gemeenschap te vormen van leerlingen, leraren en ondersteunend personeel.’
‘Onderwijs is immers niet, zoals zoveel van die onderwijstechnocraten denken, kennisoverdracht’, stelde Fortuyn, ‘maar vorming en nog eens vorming en het vehikel daartoe is onder meer kennisoverdracht, zoals een bloeiend schoolverenigingsleven dat ook is!’
Tegen het studiehuis
Hij verfoeide het studiehuis en vond dat onderwijskundigen zich niet te veel met het onderwijs moesten bemoeien. Vernieuwingen moesten eerst maar eens ergens worden uitgeprobeerd en dan was het aan docenten om al dan niet gebruik te maken van de inzichten uit de wetenschap.
Fortuyn pleitte verder voor een andere organisatie van het hoger onderwijs, naar voorbeeld van de Britse universiteiten Oxford en Cambridge, met schools die opleiden tot een beroep of het beoefenen van de wetenschap. Het verschil tussen hogeschool en universiteit mocht wat hem betreft ook op de helling.
Hersenloze drang tot schaalvergroting
Die schools moesten midden in de steden hun plek vinden. ‘De faculteit economie of handelswetenschappen bij voorkeur in de buurt van bedrijven, dat creëert een natuurlijke omgang waar beide profijt van kunnen hebben, en de sociale faculteit bijvoorbeeld in een achterstandswijk.’ Want het was hem een doorn in het oog dat sommige onderwijsinstellingen ‘als gevolg van die hersenloze drang tot schaalvergroting en efficiency-“verbetering”’ in buitenwijken of op bedrijventerreinen werden gevestigd.
De politicus vond ook dat er een kwart minder mensen bij het ministerie van OCW, universiteitenvereniging VSNU en de HBO-raad moesten werken. Die willen allemaal iets om handen hebben, dacht hij, en dat zou alleen maar tot overbodige regelingen en circulaires leiden.
Geen extra geld voor onderwijs
Investeringen in onderwijs? Als het aan Fortuyn lag, zou het onderwijs geen cent extra krijgen. Hogescholen en universiteiten moesten eerst de overhead terugdringen. Hij begreep niet dat er zo weinig harde cijfers over de overhead waren: ‘Cijfers die de minister van Onderwijs natuurlijk gewoon onder zijn hoofdkussen moet hebben liggen.’
Volgens Beter Onderwijs Nederland heeft Fortuyn geen invloed gehad op de actiegroep, die in 2006 werd opgericht. ‘Wij hebben ons op geen enkele manier door hem laten inspireren’, zegt bestuurslid Presley Bergen. ‘We putten uit onze eigen ervaringen en teleurstellingen, ons eigen enthousiasme en onze angst dat het onderwijs naar de sodemieter zou gaan. Dat hij tot dezelfde conclusies kwam, geeft alleen maar aan dat de man volkomen gelijk had. Hij had kennelijk een scherpe blik.’ [BB/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?