Werdmölder begint zijn rede met Ciske de Rat, het beroemde jeugdboek waarin een onhandelbaar straatjochie opgroeit in de ellende en gedoemd lijkt crimineel te worden. Maar dan is daar schoolmeester Bruis en dat is Ciskes redding. Werdmölder: ‘Ciske is de ruwe bolster met de blanke pit die we ook tegenwoordig nog zo vaak zien.’
De oorsprong van de werkmeester gaat terug tot aan de gilden in de Middeleeuwen, vertelt Werdmölder. ‘Toen al gingen jonge mensen in de leer bij een oudere, ervaren werkmeester van wie de jongeling het vak of ambacht geleerd kreeg. Zij leefden en werkten intensief samen, wat leidde tot een hechte band.’ De werkmeester leek een achterhaald en uitgestorven fenomeen. Werdmölder: ‘Ik dacht dat hij niet meer bestond. Maar anno 2012 is hij weer heel belangrijk.’
Wijk, werk, wijf
De lector verwijst naar het onderzoek van de criminologen Laub en Sampson naar de levensloop van criminelen. ‘Kort samengevat draait het om de drie W’s: wijk, werk en wijf. Een crimineel die een niet-criminele vrouw huwt, heeft meer kans op een normaal leven. Ook de factoren kinderen, werk of militaire dienst dragen bij aan het vermogen tot re-integratie. Die geven structuur en zorgen voor sociale contacten. De banden met mensen die crimineel gedrag afkeuren zijn belangrijk, privé en professioneel.’
Criminele jongeren, of jongeren die dreigen de criminaliteit in te glijden, komen regelmatig in werkbedrijven terecht, al dan niet als werkstraf. Werkmeesters begeleiden de jongeren in die bedrijven en vervullen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van motivatie en het aanleren van sociaal gedrag. Werdmölder: ‘De werkmeester corrigeert en disciplineert, hij brengt vaardigheden over en slaat een brug tussen de burgersamenleving en de straat. In de werkplaats is het proces belangrijker dan de productie.’
Rugzak vol shit
De jongeren leren zich aan regels te houden, zoals ze later ook als goede werknemer moeten doen. ‘Dat begint met een simpele regel als op tijd komen’, geeft Werdmölder aan. ‘Dat is soms al heel moeilijk. We hebben het hier over jongeren met een laag IQ en een rugzak vol met shit. Zij hebben vaak een natuurlijke weerstand tegen scholing, door slechte ervaringen uit het verleden. Ze zijn vaak gestraft, maar zelden gecorrigeerd. Hun kwetsbaarheid compenseren ze met een grote mond. Macho- en slachtoffergedrag lopen door elkaar.’
Dit soort jongeren moeten volgens de lector uitgedaagd worden weer iets te leren. ‘Niet afdwingen. Ze moeten het doen omdat ze het zélf willen. De werkmeester is vaak authentiek, uit de praktijk, soms zelf ook ongeschoold. Dat spreekt de jongeren aan. En dat soort werkmeesters staan ook sterk genoeg in hun schoenen om die jongeren te coachen en hun vertrouwen te winnen.’
Complexe samenleving
Er is wel een kanttekening te maken bij het succes van de werkmeester. Werdmölder: ‘Het romantische beeld van Ciske en meester Bruis is in onze huidige, complexe samenleving natuurlijk niet meer van toepassing. Vroeger was het leven nog een stuk overzichtelijker. Dat is wel een extra uitdaging voor de werkmeester van nu.’ [LJ]
Punt. Of had jij nog wat?