Als werkgevers en werknemers instemmen met de nieuwe cao, komt er geld beschikbaar voor de ‘professionalisering’ van hbo-werknemers. Tel alle salarissen van medewerkers bij elkaar op en neem daar zes procent van. Dat is het budget dat hogescholen er voortaan minimaal aan besteden. Verplichte cursussen over toetsing en examinering vallen erbuiten.
Professionaliseringsactiviteiten
In het akkoord staat ook hoe dit in de praktijk moet gaan: ‘De leidinggevende en de medewerker maken afspraken over diens professionaliseringsactiviteiten en leggen deze vast. De afspraken hebben onder meer betrekking op tijd, geld, fasering en het effect ervan op zijn professionalisering.’
‘Ik ken echt veel goedwillende opleidingsmanagers, maar ik zie dit niet lukken’, sombert onderwijskundige en filosoof Pieter Mostert, die ooit de fundamenten legde onder de kwaliteitsbewaking in het hbo. ‘Als docenten een opleiding gaan volgen, werken ze opeens in deeltijd. Dus de een is er niet op maandagmiddag, de ander niet op dinsdagochtend. Managers zullen snel zeggen: het kan niet.’
Alles moet in de pauze
‘Je hebt een reservespeler nodig als een docent opeens minder gaat werken’, zegt ook opleider René van Kralingen, die op allerlei hogescholen docenten bijspijkert. ‘Waar haal je die vandaan? En hoeveel tijd kun je docenten werkelijk geven voor hun bijscholing? Docenten hebben het toch al waanzinnig druk. Alles moet in de pauze of op zondagmiddag. Professionalisering schiet er altijd bij in. Dat is de praktijk en die verander je niet met zo'n afspraak in de cao.’
Mostert wijst er bovendien op dat het effect van scholing moeilijk te voorspellen valt. ‘Dus hoe zal dat gaan in een gesprek tussen een docent en zijn leidinggevende? Zelf heb ik filosofie gestudeerd; gelukkig is mij aan de start niet gevraagd wat daarvan het effect zou zijn. Later ging ik een mediation-opleiding volgen, ook al wilde ik geen mediator worden. Ik voelde dat het me verder zou helpen, maar ik had niet kunnen zeggen hoe. Daarom is scholing ook een riskante manier om kwaliteit te verbeteren. Je weet nooit hoe het uitpakt.’
Coaching?
Opleidingen zijn lang niet altijd zonneklaar nuttig, zegt ook Van Kralingen. ‘Cursussen kleiduivenschieten en jenever stoken zal een docent heus niet in werktijd mogen volgen. Maar hoe zit het met een cursus coaching? Wat is dat eigenlijk, coaching? Dus zegt zo'n manager: is dat nou nodig? Dan moet je als docent stevig in je schoenen staan, wil je je plan doorzetten.’
Toch zijn het goede cao-afspraken, denkt Ben Hoogenboom, onderhandelaar van de Algemene Onderwijsbond. ‘Wij hebben nu veel duidelijker gemaakt wat de rechten van werknemers zijn, vooral in het aantal uren dat ze voor professionalisering krijgen. De hogescholen moeten iedereen in staat stellen dat recht te verzilveren. Als dat in de praktijk niet lukt, moeten de werknemers naleving eisen. Dat zelfbewustzijn moeten ze wel hebben. Zo gaat dat altijd met rechten in de cao.’
In het akkoord staat ook dat de werknemer in beroep kan bij een hogere leidinggevende, aldus Hoogenboom. Mochten hogescholen werkelijk in de knel komen, dan kunnen ze ieder afzonderlijk met de vakbonden praten. ‘Bovendien worden de argumenten voor afwijzing bijgehouden, zodat de medezeggenschapsraad in de gaten kan houden hoe het gaat.’ [BB/HOP]
Punt. Of had jij nog wat?