Sinds kort staan er twee roeiers aan het roer van de Nederlandse studentenbeweging: Jorien Janssen (LSVb) en Ruud Nauts (ISO). ‘Het is maar de vraag of de plannen erdoor komen.’
Wat leuk, ze hebben iets gemeenschappelijk! Jorien Janssen en Ruud Nauts kunnen allebei roeien. Janssen, voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb), deed dat bij de Utrechtse studentenroeivereniging ORCA. Nauts stapte bij het eveneens Utrechtse Triton in het bootje en leidt nu het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO).
Goed voor 660.000 studenten
ISO en LSVb vertegenwoordigen samen ruim 660.000 studenten. Ze praten met het ministerie en de onderwijsinstellingen, voeren een lobby bij politieke partijen en als het nodig is, spreken ze op het Haagse Malieveld duizenden studenten toe die protesten tegen kabinetsplannen.
Er is voorlopig genoeg te doen, nu het kabinet de basisbeurs wil afschaffen en de ov-studentenkaart wil versoberen. Ook met onderwerpen als huisvesting en medezeggenschap kunnen ze nog wel even voort.
Kabinet heeft geen meerderheid in de Eerse Kamer
In zekere zin lijken ze een makkelijk jaar tegemoet te gaan. Het kabinet heeft immers geen meerderheid in de Eerste Kamer voor het afschaffen van de basisbeurs en de onderhandelingen met de oppositie lijken mislukt. ‘Het is maar de vraag of de plannen erdoor komen’, meent Nauts. ‘Waarschijnlijk niet zoals ze er nu liggen. De regering wil bijvoorbeeld de aanvullende beurs afschaffen voor studenten met onvindbare of weigerachtige ouders. Dat tast de toegankelijkheid van het onderwijs aan.’
‘Veel studenten hebben hun droom van een tussenjaar opgegeven’
Janssen hekelt de onzekerheid die deze politieke onderhandelingen voor studenten veroorzaken. De basisbeurs is volgens haar heel belangrijk. ‘Kijk maar eens hoeveel eerstejaars er nu beginnen. Een heleboel studenten hebben hun droom van een tussenjaar opgegeven toen het ernaar uitzag dat de basisbeurs in september 2014 al zou verdwijnen.’
Actie vs. lobby
Al kunnen ze goed samen opschieten, ISO en LSVb hebben van oudsher hun eigen aanpak. De LSVb is als vakbond meer op actie gericht, terwijl het ISO voortkomt uit de medezeggenschapsorganen en meer naar de politieke lobby neigt. Ook hebben ze hun eigen specialisaties, zoals huisvesting (LSVb) en inspraakorganen (ISO). Maar de LSVb voert ook een lobby en als het moet, demonstreert het ISO schouder aan schouder met de LSVb op het Haagse Malieveld.
‘Ik schaam me soms dat ik de pabo heb gedaan’
Ook vinden de voorzitters allebei dat het onderwijs stukken beter kan. Neem alleen al hun eigen opleidingen. ‘Ik schaam me soms dat ik de pabo heb gedaan’, zegt Nauts. ‘Ik zag allerlei studenten die het leuk vinden om iets met kinderen te doen, maar niet genoeg in hun mars hebben om hun echt iets te leren. Vroeger ging de beste leerling van de klas naar de kweekschool, maar dat is allang niet meer zo. Als ze de taal- en rekentoets drie keer niet halen, gaan ze naar een andere hogeschool en blijven het proberen tot het lukt.’
Janssen deed een masteropleiding antropologie die ze goed vond, maar over haar bachelor psychologie is ze minder te spreken. ‘Er waren zo’n vijfhonderd eerstejaars. We moesten ons afsluitende bacheloronderzoek met zijn drieën doen. Dan verdeel je de taken: de een presenteert liever, de ander doet graag de statistiek… terwijl je juist iets leert als je ook de dingen moet doen waar je niet goed in bent.’
Echt andere opvattingen
En dan blijkt dat ze soms ook echt andere opvattingen hebben. Want zouden opleidingen misschien studenten moeten selecteren om hun kwaliteit te verbeteren? ‘Wij zijn tegen selectie, behalve bij lerarenopleidingen’, zegt Nauts. ‘Leraren zijn dusdanig belangrijk, dat we een uitzondering willen maken. Hoe die selectie er dan uit zou moeten zien, daar kunnen we over praten.’
Janssen ziet niets in selectie. Ze pleit voor betere matching, oftewel stevige voorlichting voor aankomende studenten. Maar selecteren op talent vindt ze verkeerd. ‘Niet iedereen kan al een talent zijn voor hij begonnen is. Daar doe je juist een opleiding voor: om ergens goed in te worden.’
Punt. Of had jij nog wat?