Terug naar overzicht

Kritiek op oppermachtige onderwijsminister

De minister van Onderwijs krijgt te veel macht, vreest de Raad van State. Het adviesorgaan heeft forse kritiek op een wetsvoorstel dat wantoestanden in het onderwijs moet voorkomen.

Om Amarantis-achtige toestanden te voorkomen wil een ruime politieke meerderheid dat de minister van Onderwijs meer mogelijkheden krijgt om in te grijpen bij hogescholen of universiteiten die er een potje van maken. Op dit moment kan de minister alleen de geldkraan dichtdraaien, maar dat is wel erg drastisch en lang niet altijd in het belang van de studenten.

Bestuurders ontslaan
Dus zou minister Bussemaker bestuurders of toezichthouders moeten kunnen dwingen haar aanwijzingen op te volgen. Hebben ze daar geen zin in, dan zou ze hen – in het uiterste geval en na tussenkomst van de rechter – moeten kunnen ontslaan.

Forse kritiek
De Raad van State heeft forse kritiek op het plan. ‘Aan de minister wordt een nagenoeg ongenormeerde bevoegdheid toebedeeld’, schrijft het orgaan, dat voorstellen op hun wettelijke basis beoordeeld. Een minister mag zich alleen met onderwijsinstellingen bemoeien als daar een ‘adequate wettelijke grondslag’ voor is, en die ontbreekt volgens de raad in het oorspronkelijke voorstel.

Al genoeg mogelijkheden tot bijsturen
Daar komt nog bij dat de minister op dit moment al genoeg mogelijkheden zou hebben om instellingen bij te sturen. Nieuwe maatregelen hebben alleen zin als de al bestaande wetten en regels niet toereikend zijn, anders zadelt de overheid zichzelf en het onderwijs alleen maar op met extra werk.

Dat laatste verwijt is onterecht, schrijven staatssecretaris Dekker en minister Bussemaker in een brief aan de Tweede Kamer. Als het helemaal mis dreigt te gaan, dan wel omdat bestuurders er financieel een rommel van maken dan wel omdat ze dubieuze afstudeerroutes optuigen, staat het ministerie met lege handen. Dus uitbreiding van de macht van de minister is nodig.

Wettelijke grondslag
Het ministerie van Onderwijs trekt zich de kritiek over de wettelijke grondslag van het plan aan en heeft het voorstel aangepast. Zo is nu beter geformuleerd wanneer instellingen over de schreef gaan en ingrijpen gerechtvaardigd is. Ook moet de minister instellingen de tijd geven om de maatregelen door te voeren.
De Tweede Kamer moet zich nog over het wetsvoorstel buigen.

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?