Het afschaffen van de basisbeurs? Daar waren de hogescholen altijd tegen, maar bij de opening van het nieuwe studiejaar maken ze er weinig woorden aan vuil. Liever kijken ze over de landsgrenzen heen.
Anders dan de universiteiten hebben de hogescholen geen vaste dag waarop ze het studiejaar openen. Sommige deden het vorige week al, andere doen het deze week. Nu de meeste speeches zijn uitgesproken vallen een paar dingen op: de hogescholen maken zich weinig zorgen om de basisbeurs, hebben alle vertrouwen in de kwaliteit van hun onderwijs en kijken zelfs over de eigen landsgrenzen heen.
‘Uit ervaring weet ik hoeveel het voor een docent betekent als een student uit de groep weg valt’
Maar daarmee begonnen de speeches meestal niet. De meeste sprekers stonden na het welkomstwoord stil bij de studenten en medewerkers die ze verloren toen vlucht MH17 werd neergeschoten. ‘Uit ervaring weet ik hoeveel het voor een docent betekent als een student uit de groep weg valt’, zei voorzitter Huib de Jong van de Hogeschool van Amsterdam. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen moest zo veel doden betreuren dat voorzitter Kees Boele ervoor koos om eerst muziek van Bach te laten klinken voordat hij zijn toespraak vervolgde.
Voor de rest volgden de toespraken het normale patroon. De hogescholen prezen hun docenten en studenten, ze schetsten welke kant het op moest en pleitten in één moeite door voor extra geld.
Fel verzet, toch afwezig
Opvallend afwezig in de toespraken was de basisbeurs die het kabinet wil afschaffen. De hogescholen maakten zich daar zorgen om, gezien het grote aantal studenten uit armere gezinnen dat naar het hbo komt. Hun koepelvereniging heeft zich er fel tegen verzet.
Henk Pijlman van de Hanzehogeschool zei er wel iets over. ‘Zoals het plan nu voor ligt, kán het, maar dan moeten er wel harde garanties komen dat het zo ook wordt uitgevoerd en dat een volgend – of navolgend – kabinet niet opnieuw begint met het verslechteren van de leenvoorwaarden zoals wij nu in Engeland zien!’
Internationale ambities
De meeste anderen deden er het zwijgen toe en hadden het liever over hun internationale ambities. Bij Stenden spreekt internationalisering vanzelf, want die hogeschool heeft allerlei vestigingen in verre buitenlanden. ‘Wereldwijs’ heet het instellingsplan. De hogeschool is blij met minister Bussemakers visie op internationalisering.
Bouwen aan een Europees consortium
Bij andere hogescholen ligt het misschien minder voor de hand, maar daar denken ze zelf anders over. De Hanzehogeschool wil zijn speerpunten energy en healthy aging graag ‘Europees verankeren’. De Hogeschool Windesheim spreekt over ‘de regionale samenleving waarmee we ons succes in de “globale” economie op wereldschaal organiseren’. Aan de Haagse hogeschool heeft men het over ‘wereldburgers in een lerende samenleving’. De Hogeschool van Amsterdam stelt de vraag hoe kennisinstellingen ‘moeten veranderen om internationaal te kunnen blijven concurreren’ en wil daar zijn koers op afstemmen. En de Hogeschool Utrecht stelt dat regionale impact niet zonder een internationale oriëntatie kan: ‘En daarom bouwen wij aan een Europees consortium’.
Maar allemaal zijn ze het erover eens dat het niet vanzelf zal gaan. Scherpe keuzes, 21st century skills, blijven leren… het is allemaal cruciaal voor de toekomst die de voorzitters toch met vertrouwen tegemoet zien.
Punt. Of had jij nog wat?