De naam Olcay Gulsen is breed bekend onder Avansstudenten. De collegezaal stroomt dan ook vol met studenten die het verhaal van de oprichtster van modemerk Supertrash graag willen horen. ‘Mijn moeder vroeg: een eigen bedrijf? Waarom word je niet gewoon stewardess?’
Gastcollege op pumps
Olcay gaf maandagochtend een gastcollege tijdens het Career Event dat speciaal is opgezet voor studenten van de Academie voor Marketing en Business Management, de Academie voor Algemeen en Financieel Management en de Avans School of International Studies. Helaas voor Olcay moet haar verhaal in het Engels. ‘Mijn steenkolen Engels is niet zo goed hoor,’ lacht ze, terwijl ze op haar hoge hakken over het podium loopt.
Vanaf de bodem
‘Ik groeide arm op en mijn moeder liet me altijd weten dat ik nooit succesvol zou worden. Toen ik op mijn veertiende zei dat ik ontwerper wilde worden, lachte ze me uit. “Waar wil je dat van betalen dan?” vroeg ze. “Waarom word je niet gewoon stewardess?” Ik denk achteraf gezien dat dat een zegen is geweest. Als alles je wordt aangereikt, dan heb je geluk, maar je hoeft ook minder hard te werken. De beste ondernemers zijn op de bodem begonnen. Ik ben mijn dromen achterna gegaan en daar is uiteindelijk Supertrash uit ontstaan. Tien jaar later vind ik het nog steeds fantastisch als ik iemand in mijn kleding zie lopen.’
Tips van Olcay
- ‘Bluffen. Je moet natuurlijk niet de grootste verhalen bij elkaar liegen, maar bluf over je kunnen. Je hebt toch niets te verliezen.’
- ‘Begin vandaag en niet morgen.’
- ‘Weet wat je wil bereiken. Zorg dat je focus ergens op ligt, zodat je weet waar je je op moet richten.’
- ‘Realiseer je dat het bedrijfsleven niet altijd leuk is. Ik zit ’s avonds om twaalf uur ook met ontploft haar en zes bakken koffie achter mijn bureau, maar dat laat ik de buitenwereld niet zien.’
- ‘Jouw product is waarschijnlijk niet nieuw. Zorg er dus voor dat je bijzonder bent.’
- ‘Hou contact met je klanten. Ik reageer bijvoorbeeld altijd op tweets over Supertrash. Ook als het minder leuke berichten zijn of klachten. Dan weet ik wat er leeft.’
- ‘Online is super belangrijk. Iedere bezoeker van je website is een potentiële klant.’
- ‘Doe wat je doet met passie.’
Punt. Of had jij nog wat?