Taal en rekenen krijgen nu genoeg aandacht op de pabo, maar de opleiding kan nog altijd beter. Eén op de drie jonge onderwijzers voelt zich onvoldoende voorbereid op het vak.
Dat schrijft de Onderwijsinspectie in een vandaag verschenen rapport. De opleidingen tot leraar in het basisonderwijs hebben zich de afgelopen jaren flink verbeterd, aldus de inspectie, maar ze moeten zich blijven ontwikkelen.
Reken- en taaltoetsen
De grote zorgen om het reken- en taalonderwijs in Nederland begonnen meer dan tien jaar geleden, toen bleek dat veel afgestudeerden van de pabo niet goed konden rekenen. Ook spelling bleek voor velen een probleem. Sindsdien zijn er reken- en taaltoetsen ingevoerd en ook in de rest van het onderwijs is meer aandacht voor die vakken gekomen.
Intussen vindt het merendeel van de afgestudeerden dat er op de pabo genoeg aandacht is voor hun eigen kennis en vaardigheden, blijkt uit een enquête onder 471 jonge juffen en meesters. Minder tevreden zijn ze over hun voorbereiding op de lespraktijk.
Meer aandacht voor Engels
Zo heeft ongeveer de helft naar eigen zeggen onvoldoende geleerd om reken- en taalles te geven aan kinderen met een achterstand of voorsprong. Ook mag er meer aandacht komen voor bijvoorbeeld Engels, staatsinrichting en cultuur. Maar over hun basale vaardigheden (lesdoelen stellen, orde houden) zijn ze heel tevreden.
De inspectie ondervroeg ook 182 basisschooldirecteuren. Die zien een stijgende lijn in het niveau van de afgestudeerden. Ze vinden ‘dat de vakkennis en pedagogisch-didactische vaardigheden in de afgelopen drie jaar zijn verbeterd’, aldus de inspectie.
Niet alles leren in vier jaar
Maar er zal altijd iets te wensen overblijven. Leraren moeten overal iets vanaf weten, van Engels tot techniek, van leerlingen met een achterstand tot hoogbegaafde leerlingen. Je kunt niet alles in vier jaar leren, aldus de inspectie. Basisscholen zouden beginnende leraren daarom moeten helpen met begeleiding, collegiale consultatie en gerichte nascholing. Daar zouden pabo’s ook een rol in moeten spelen.
Punt. Of had jij nog wat?