Het is geen uitzondering als ik uit school gelijk naar mijn werk ga om tot in de late uurtjes mijn cafégasten met een verfomfaaide glimlach te bedienen. Lachen om de flauwe grappen van meneer X en drie extra ijsklontjes halen voor mevrouw Y wordt er zo niet gemakkelijker op.
‘In het nu leven, daar heb ik godverdomme helemaal geen tijd voor’
Hoe is het om als student een bijbaan te hebben? Als het vrijdag is ben je blij dat je weer kunt werken. En als het maandag is ben je blij dat je weer mag studeren. Daar ga je met je ‘in het nu leven’. Daar heb ik godverdomme helemaal geen tijd voor.
Ik zag dat Avans Flow rustmanagement en mindfulness aanbiedt. Misschien moet ik dat maar doen. Dat past misschien net in dat uurtje waarin ik wilde douchen. Ik hoorde dat het toch niet goed voor je is om je elke dag af te soppen.
Maar ik mag niet klagen. Kinderen in ontwikkelingslanden, die hebben het pas zwaar! Die werken 16 uur per dag, 7 dagen per week. Dat red ik niet hoor. Ik heb gewoon een half uurtje pauze om een boterham te eten.
‘Slaap is een placebo: je hebt zoveel nodig als je dénkt nodig te hebben’
Voor de (hard)werkende student is slaap een placebo: je hebt zoveel nodig als je dénkt nodig te hebben. Tussen de vroege colleges en de arbeidsuren in blijft er vaak nog een uurtje of vijf à zes over om te slapen.
Eén, twee, een derde kopje koffie. Ik neem mijn cafeïne erg serieus. ‘DRankjewel’, roept mijn collega als ik een van zijn dienbladen meeneem. Als ik nog grinnikend bij mijn gasten aankom merk ik dat zij ook ontdooien. De halve burn-out, het slaaptekort en het gebrek aan een warme douche worden even vergeten bij een vriendelijke gast of een betrokken baas.
Op de zondagavond komt mijn collega met de gouden tip: ‘Het zit onder de grond en het heeft nooit hoofdpijn? Een paracetamolletje.’
Eva-Lisa Janssen is derdejaarsstudent Communicatie in Breda.
Punt. Of had jij nog wat?