Universiteiten en hogescholen roepen al jaren dat ze meer invloed willen op de keuring van hun onderwijs. Maar nu ze die bij wijze van experiment krijgen, slaat de twijfel toe.
Er heerste veel onduidelijkheid, gisteren op een bijeenkomst van onderwijskeurmeester NVAO. Want hoe werkt dat nieuwe experiment met andere opleidingskeuringen nu precies? Aan welke regels moeten de opleidingen voldoen? Wanneer zijn ze goed genoeg?
NVAO-voorzitter Anne Flierman hoopte tijdens de bijeenkomst samen met de betrokkenen na te denken over de manier waarop het experiment vormgegeven kan worden, om zodoende het bestaande stelsel te verbeteren.
Krijtlijnen
Vanuit de politiek komen enkel ‘de krijtlijnen’, aldus Flierman. Bijvoorbeeld de eis dat de NVAO nog steeds alle opleidingen keurt. ‘Daar mag u het niet mee eens zijn, maar daar hebben we ons aan te houden.’ Binnen die krijtlijnen is er volgens hem echter nog van alles mogelijk.
En juist dat roept veel vragen op. Want: ‘Welk panel van deskundigen keurt tijdens het experiment als eerste? Dat van de NVAO of het eigen panel dat opleidingen straks ook mogen aanstellen? En: ‘Opleidingen krijgen ineens twee panels over de vloer. Levert dat niet meer rompslomp op?’
Eindniveau
In het experiment keurt de NVAO enkel nog het eindniveau van de studenten. Het eigen panel van de onderwijsinstelling moet daarnaast bespreken wat er nog beter kan aan het studieprogramma en de manier waarop studenten getoetst worden.
Dezelfde experts
NVAO-voorzitter Flierman denkt overigens niet dat veel opleidingen eigen deskundigen zullen inhuren. ‘Ik verwacht dat dit in de praktijk dezelfde experts zijn die in opdracht van de NVAO langskomen. Instellingen kunnen in theorie wel een ander deskundigenpanel kiezen, maar dat lijkt me omslachtig en zal veel extra werk opleveren.’
De NVAO organiseert de komende weken meer bijeenkomsten over het stelsel van onderwijskeuringen. Die moeten uiteindelijk leiden tot een goede uitwerking van het aangekondigde experiment.
Punt. Of had jij nog wat?