Hou het onderwijs buiten vrijhandelsakkoorden als TTIP en CETA. Hiervoor pleiten zowel de Europese studentenvakbond als de internationale lerarenvakbond.
Er zijn momenteel onderhandelingen gaande over twee handelsakkoorden tussen Europa, Canada en de Verenigde Staten. Deze akkoorden moeten de vrije handel in diensten gemakkelijker maken.
Directe bedreiging
‘Wij vinden deze handelsakkoorden een directe bedreiging voor publieke zaken, waaronder onderwijs’, zegt Fred van Leeuwen van Education International. Deze organisatie vertegenwoordigt onderwijsvakbonden uit 171 landen, waaronder CNV Onderwijs en de Algemene Onderwijsbond. Hij vreest dat overheden minder ruimte krijgen om in het publieke belang te handelen. ‘Zo’n akkoord moedigt verdere liberalisering van diensten aan.’
Volgens hem mogen commerciële doeleinden nooit de overhand hebben bij publieke diensten. Vorig jaar waarschuwden ook universiteiten voor de verdragen omdat daarin niet goed wordt gedefinieerd wat publieke diensten precies zijn. Hoort het hoger onderwijs daar dan ook bij?
Geen handelswaar
De Europese studentenvakbond ESU sluit zich aan bij de kritiek. ‘Onderwijs is geen handelswaar’, zegt voorzitter Lea Meister. ‘Het is een mensenrecht en de overheid heeft de taak om dat recht te beschermen.’ ESU roept daarom op om het onderwijsbeleid los te zien van economisch beleid en wil dat het onderwerp uit de handelsakkoorden wordt gehaald.
De hamvraag is: hebben de akkoorden überhaupt wel betrekking op het onderwijs? Dat is lastig te zeggen, omdat de verdragen tijdens de onderhandelingen nog geheim zijn. Maar in een gezamenlijke verklaring lieten de EU en de VS vorig jaar expliciet weten dat de overheid gewoon zeggenschap houdt over publieke diensten en de definitie hiervan, en dus ook over het onderwijs. ‘Het vaststellen van de juiste balans tussen publieke en private diensten is aan het oordeel van elke afzonderlijke regering’, verzekeren ze.
Punt. Of had jij nog wat?