Terug naar overzicht

Accreditatie: docenten en bestuurders krijgen het makkelijker

illustratie: Julika RunowHet leven wordt makkelijker voor docenten en onderwijsbestuurders, voorspelt voorzitter Anne Flierman van onderwijskeurmeester NVAO. Ze kunnen de nieuwe onderwijskeuringen met vertrouwen tegemoet zien.

Elke zes jaar krijgen opleidingen van universiteiten en hogescholen deskundigen op bezoek. Zij komen voor accreditatieorganisatie NVAO de kwaliteit van het onderwijs beoordelen. Dat leidt soms tot gemor, want de bezoekjes vergen de nodige inspanning en leveren bureaucratische stress op.

Maar het gaat nu de goede kant op, verzekert voorzitter Anne Flierman van accreditatieorganisatie NVAO. De nieuwe werkwijze van de onderwijskeurmeesters is vrijdag naar de Tweede Kamer gestuurd. Minder papierwerk en meer inspirerende gesprekken vormen de kern.

Wat merkt een gewone student er straks van?

“Niet zo heel veel. Die merkt hooguit dat zijn opleiding goed is en dat er zelfs verbetering in zit.”

Worden opleidingen beter van het nieuwe accreditatiestelsel?

“In Nederland denken we vaak dat dingen niet goed genoeg zijn als ze nog net iets beter kunnen, dus kritiek klinkt al snel als afkeuring. Daarom aarzelden panels vroeger om kanttekeningen te plaatsen als een opleiding goed genoeg was. Straks is het makkelijker voor het panel van deskundigen om suggesties te doen ter verbetering van een opleiding. Want we gaan niet alleen een verantwoordingsgesprek voeren, maar daarnaast ook een ontwikkelingsgesprek.”

Wat is dat?
“Dat is een benen-op-tafelgesprek tussen de deskundigen van het panel en docenten. Ze praten over de toekomst van de opleiding: wat zijn de mogelijkheden, welke kant gaat het op? Het kan een inspirerend en open gesprek worden. Dat staat dus naast de formele verantwoording in een visitatierapport. De conclusies ervan worden wel openbaar, maar gaan niet naar de NVAO.”

Zitten er geen studenten bij dat gesprek?</strong
>
“De opleidingscommissie kan erbij zitten. Dat kan ik me heel goed voorstellen. Of misschien de studievereniging. Ja, bestuurlijk actieve studenten gaan er wel wat van merken. En gewone studenten misschien ook wel, want studenten krijgen een grotere rol in de ‘zelfevaluatie’ van de opleiding.”

‘Als je het bijhoudt is het niet zoveel werk’

Wat doet het nieuwe stelsel voor docenten?
“We hebben onze beoordelingskaders vereenvoudigd. We willen het papierwerk verminderen, bijvoorbeeld door in de visitaties gebruik te maken van documentatie die er toch al is. Docenten zetten hoe dan ook dingen op papier, want je moet transparant zijn voor studenten. Toen ik studeerde, kreeg een student een tentamencijfer en je kon amper nagaan hoe dat cijfer precies tot stand kwam: dat gaat tegenwoordig niet meer. Enige documentatie hoort er nu eenmaal bij, net als in de gezondheidszorg. Maar als je het bijhoudt is het niet zoveel werk. We willen vooral dat docenten samen in gesprek zijn over de kwaliteit van het onderwijs.”

Dus de NVAO kan straks niet meer de schuld krijgen van hoge administratieve lasten?
“Wie in een steady state zijn zaken op orde heeft, hoeft niet veel extra’s te doen. Dat is de geest van het nieuwe accreditatiekader. Dat weet iedereen die zijn privéadministratie doet ook: elke maand even kijken is eenvoudiger dan alles aan het eind van het jaar bijeenrapen.”

Soms legden opleidingen zoveel mogelijk vast uit angst voor een afkeuring door de NVAO.
“Een opleiding die haar zaken goed op orde heeft, hoeft niet bang te zijn. Dat men zich zorgen maakt als er iets mis is, kan ik ook niet helpen. Het systeem is er om de kwaliteit te bewaken. Als je naar vierduizend opleidingen kijkt is het onvermijdelijk dat er een paar niet aan de eisen voldoen.”

‘Een opleiding die haar zaken goed op orde heeft, hoeft niet bang te zijn’

Zullen opleidingen zich straks minder zorgen maken over uw keuringen?
“We hebben de afgelopen periode bij verschillende universiteiten en hogescholen een Instellingstoets kwaliteitszorg gedaan: daarmee hebben ze aangetoond dat ze de kwaliteit van hun opleidingen goed in de gaten houden. Straks gaan we de tweede ronde in. Dan kunnen we zien of het de afgelopen jaren inderdaad is gelukt en of er een kwaliteitscultuur is ontstaan. Als ze voor die tweede toets slagen, dan kunnen we de keuring van de afzonderlijk opleidingen in goed vertrouwen vlot laten verlopen.”

U bedoelt dat ze dan een lichtere keuring krijgen?
“Van de wetgever moet de NVAO alle opleidingen afzonderlijk blijven keuren. Dat doen we dus ook, maar het maakt nogal een verschil hoe je met elkaar optrekt. Als we in de geest van vertrouwen samenwerken met universiteiten en hogescholen, dan kom je een heel eind.”

En als een panel van deskundigen nu allerlei zaken wil controleren en talloze documenten opvraagt?

“We gaan panels goed trainen en duidelijk maken wat je wel en niet kunt opvragen. Waar ligt de grens? Opleidingen moeten ook meer zelfvertrouwen hebben en soms zeggen: die documenten vraagt u wel, maar die hoeft u helemaal niet te krijgen. We hopen wat ruis van de lijn te halen met een betere voorbereiding van de onderwijsinstellingen en de deskundigen.”

Punt. Of had jij nog wat?

Meer lezen?